Spekkoper…

Deze maand vier ik mijn 77ste verjaardag. Het gekke is dat ik mij totaal niet zo oud voel, hoewel ik niet weet hoe oud ik mij dan wel zou voelen. Ik durf te zeggen dat je, als je zo’n hoogbejaarde leeftijd bereikt in goede gezondheid, jezelf spekkoper mag noemen.

Echter, zoals in het hele leven, is het niet allemaal hosanna. Meer dan me lief is, hoor ik regelmatig een stemmetje in mijn hoofd: ‘Wanneer word je krakkemikkig?’ en ‘Hoe lang heb je nog te leven?’ Dat stemmetje beïnvloedt op zo’n moment mijn geluksgevoel behoorlijk. Daar komt nog bij dat je moet oppassen niet ongelukkig te worden van alle ellende in de wereld die dagelijks over je uitgestort wordt.

Over het algemeen kan ik fysiek nog redelijk meedoen met van alles en nog wat…. Hoewel, op de grond rollebollen met mijn kleinkinderen of mijn schoenveters strikken vanuit staande positie, dat gaat me niet meer lukken. Dit type aftakeling neemt gestaag toe en daar baal ik behoorlijk van. Ik besef dat ik daar mee zal moeten dealen. Tegelijkertijd mag ik mij gelukkig prijzen dat mijn geest nog goed functioneert. Zolang dit het geval is, kan ik mijn mentale kracht en de daaraan gekoppelde ervaring gebruiken om een goede balans te vinden in mijn dagelijkse leventje.

Om die balans te bereiken focus ik mij steeds meer op mijn eigen individuele wereldje van gezin, familie en vrienden. Hier ervaar ik direct de zinvolheid van mijn leven. Lastiger is het contact met de grote wereld om mij heen. Eerlijk gezegd probeer ik deze op enige mentale afstand te zetten door minder intens de krant te lezen en minder naar praatprogramma’s op TV te kijken. Toch voel ik de dringende behoefte om er af en toe intens mee bezig te zijn, maar dan wel ergens in mijn persoonlijke sociale netwerk.

Daarin speelt een vriendengroepje dat we jaren geleden hebben ‘opgericht’ een bijzondere rol. Om de anderhalve maand komen we met z’n zessen bij elkaar. Dan eten en drinken we wat. Maar vooral praten we over wat ieder van ons persoonlijk raakt, zowel privé als de grote problemen om ons heen. De politieke discussies die we voeren, zijn vaak heftig en stevig. Het is verbazingwekkend hoe telkens weer deze ontmoetingen mij een enorme oppepper geven. Met zo’n vriendenkring voel ik mij extra spekkoper!

Op mijn a.s. 77ste verjaardag hoop ik daarom met mijn dierbaren te proosten: ‘Lang leve een sterke geest en een warm sociaal netwerk. Hoera, hoera, hoera!’

Lentekriebels 70+

Zondagmiddag, stralende zon, weinig wind. Het is druk in het Kralingingse bos: gezinnen met kinderen en vaak ook een hond, jonge en oude stelletjes, groepjes studenten uit alle windstreken. De bankjes langs het water zijn allemaal bezet. Iedereen zit met zijn gelaat zo vooruit gestoken richting zon, dat de zonnestralen maximaal opgevangen worden. Opvallend zijn de verliefde stelletjes dicht tegen elkaar, ineengestrengeld, vol Lentekriebels…..

Je krijgt er meteen goede zin van, weg met het depressieve gevoel, ruimte voor de Lentekriebels! Wat een heerlijk woord, dat we dankzij de nationale projectweek over sexualiteit op onze basisscholen allemaal op ons netvlies hebben gekregen.

Bij het woord kriebels krijgt iedereen, jong en oud, vaak een prettig prikkelend gevoel of een gedachte. Al vanaf de geboorte ervaart ieder kind sterke zintuiglijke prikkels, die voortaan altijd in zijn leven in meer of mindere mate aanwezig zullen zijn. Sexuele prikkels horen daar bij en vormen zelfs een wezenlijk deel van ons mens-zijn. Daarom is het ontzettend belangrijk dat kleine kinderen leren op een gewone, normale manier met hun lijf om te gaan, er over te praten en er zo vertrouwd mee te raken. Een goede, warme en veilige omgeving thuis en op school helpt het kind daar zodanig bij, dat er een positief zelfbeeld kan groeien en dat heb je nodig om stevig in het leven te staan.

Lentekriebels en sexuele prikkels gaan niet weg, kan ik als zesenzeventigjarige zeggen. Wel is de mate waarin ik het voel en hoe ik er mee omga natuurlijk anders dan tijdens mijn kind- en volwassen-zijn. Zeker de laatste jaren merk ik dat mijn sexualiteit zich vooral ontwikkelt richting Intimiteit. Het accent komt sterker te liggen op emotioneel gebied, is meer naar binnen gericht net als bij het prille begin van mijn bestaan. Het verschil met nu als oudere is, dat ik daar in belangrijke mate zelf sturing aan kan geven.

Voor mij is Intimiteit net zo’n mooi woord als Lentekriebels. Het is een hoge mate van vertrouwelijkheid in mijzelf en in mijn relatie naar mijn lief en dierbaren, waarin ieder zichzelf kan zijn. Het mooie en bijzondere is, dat het sexuele contact zich verlegt en verdiept naar warmte, tederheid, genegenheid, aanraking en vooral geborgenheid……Als die momenten zich voor doen, ervaar ik de echte zin van mijn bestaan!

Laat de lentekriebels maar komen, want die helpen daarbij!

Soms ben ik een stresskip….

Mijn lief, twee vriendinnen en ik staan na afloop van de dansvoorstelling bij een parkeergarage in de binnenstad van Den Haag. We kunnen er niet in omdat ik mijn parkeerkaartje niet kan vinden. Blinde paniek overvalt mij!

Op de heenweg hebben we al enige moeite om de (gereserveerde) parkeergarage te vinden. Gelukkig geeft dat geen problemen omdat we op mijn verzoek vroeg van huis zijn gegaan. Ik wil niet in tijdnood komen als er iets mis gaat. Sowieso neem ik de laatste tijd steeds meer voorzorgsmaatregelen voordat ik op stap ga: sleutels altijd in rechterzak, mapje betaalkaarten linkerbroekzak, route vooraf op google bekijken en zo meer. Altijd check en dubbel check!

Maar nu staan we daar voor een gesloten toegangsdeur en dan gebeurt het…..ik schiet in de stress…..Normaliter doe ik zo’n kaartje in mijn mapje met pasjes…..maar daar zit-ie niet in…… Ik voel in mijn jaszakken……en in mijn broekzakken….nop!…. Ik vraag mijn lief of zij het kaartje heeft….. niet dus! Ik moet het hebben….. Mijn hele lijf schiet in de paniekstand: hoe kom ik naar binnen en eenmaal binnen, hoe kom ik er zonder kaartje uit?…..

Ik kan even niet meer normaal denken. Dan komen er andere mensen aan wel met een kaartje. Gelukkig, we kunnen mee naar binnen.

Nog steeds in paniek vraag ik mij vervolgens af: ‘Wat, als de kentekenregistratie niet werkt bij het uitrijden?….. En oh, er is vast geen personeel….en ….en….???’.

Mijn medereizigers praten mij moed en vertrouwen in, hoewel ik dat nauwelijks hoor. De paniekknop staat nog steeds niet uit. Als ik uiteindelijk vol spanning in mijn lijf met de auto bij de uitgang kom, gaat de slagboom gewoon omhoog en kan ik er uit rijden.

Er is helemaal niets aan de hand….. pffff….!

De laatste tijd overkomt dat paniekerige mij steeds meer en daar ik baal als een stekker van. In onverwachte en relatief kleine situaties word ik een stresskip. Als gerontoloog weet ik dat het te maken heeft met ouder worden. Mijn stresshormoon huishouding gaat steeds heftiger opspelen en dan niet in de zin van uitdaging en energie, maar juist tegenovergesteld: angst, paniek, blokkade in het denken en na afloop moe.

En hoe paniekerig kun je zijn? Als ik thuiskom van dit avondje uit en mijn jaszakken leeghaal, heb ik ineens het parkeerkaartje in mijn hand.