De Trans-Mongolië reis

Op het moment dat het gebeurt, besef ik het direct. Dit is het einde van onze vakantiereis. Het is zaterdag 30 juli 2016 half 8 ’s avonds, dag dertien van onze Trans-Mongolië reis. Mijn lief en ik zitten op een heerlijk buitenterrasje aan het Baikalmeer. De dag ervoor zijn we na een treinreis van vier dagen en nachten vanuit Moskou in Listvyanka aangekomen, midden Siberië en vijf tijdzones verder. Zondag 31 juli zullen we verder reizen naar Mongolië. De treinreis is een bijzondere ervaring. Niet zozeer spectaculair, geen uitzonderlijk mooie landschappen, maar eerder simpel, behoorlijk primitief. Het is vooral de beleving van vier dagen in de trein vertoeven, die deze lange reis relaxed maakt. Gewoon wat kletsen met elkaar, niet iets hoeven, boekje lezen, wat rondslenteren in de trein en zien dat we iets te eten en te drinken krijgen. We vervelen ons slechts een kwartiertje in die vier dagen. We zijn toen gaan kaarten op het kleine uitklaptafeltje in onze coupé. De speelkaarten hebben we gekocht in de museumwinkel van de Hermitage. Voordat we in deze trein stappen, hebben we onze eerste vakantiedagen in St. Petersburg doorgebracht en daarna in Moskou. Na twee intensieve stedentripjes, en zeker na het erg drukke, hectische en warme Moskou, blijkt het eerste deel van deze treinreis ons een weldadig gevoel van onthaasting te geven. Toch wel gesteld op enige privacy hebben we eerste klas geboekt in een tweede klas coupé. Dat houdt in dat we alle vier beschikbare kaartjes hebben gekocht. Zo hebben we onze eigen hotelkamertje, overigens zonder douche en toilet. We reizen met trein 70, wagon 6, van Moskou naar Irkoetsk, een reis van ruim 5000 km. Onze wagon heeft twee vrouwelijke treinbedienden, provodnikska’s. Zij zijn verantwoordelijk voor de gang van zaken. Zo sluiten zij bijvoorbeeld telkens een kwartier voordat de trein stopt op grote stations, de toiletten af. Zij zorgen er voor dat er tijdens de stops geen vreemden in de trein stappen. Ook stofzuigen zij dagelijks het kleine Perzische tapijtje dat tussen onze zit-slaapbanken op de grond ligt. Per wagon zijn er twee toiletten inclusief een klein fonteintje. Om water uit het kraantje te krijgen moet je een verborgen hendeltje indrukken. Echter zo gauw je dat loslaat, stopt de watertoevoer. Het eigenaardige is dat we na vier dagen nauwelijks onszelf wassen, niet het gevoel hebben dat we vies zijn en stinken. Het doet mij terugdenken aan heel erg vroeger, als ik nog kind ben. In ons redelijke grote huis is voor zes kinderen en twee volwassenen aanvankelijk slechts één kraan, in de keuken. Uit die kraan komt alleen maar koud water. Eenmaal per week worden we in een teil met warm water helemaal geboend en gewassen en krijgen we schoon ondergoed. Alle andere dagen is het een kwestie van een beetje opfrissen. Nu 65 jaar later in deze trein blijkt dat er handelingen zijn die je nooit verleerd, zoals jezelf hier en daar met een washandje en weinig zeep en water opfrissen. Maar eerlijk gezegd is na zo’n treinreis de eerste echte, warme douche in ons hotelletje in Listvyanka bij het Baikalmeer, wel bijna een orgastische ervaring. Gelukkig weten we dan niet dat ons de volgende dag een ijskoude douche staat te wachten.

…….wordt vervolgd