Alweer ruim tien jaar bevind ik mij in de derde levensfase. Je zou denken dan moet je toch wel je dagelijkse draai in het leven hebben gevonden? Dat klopt grotendeels. Ik ben een vitale oudere en heb sinds mijn pensioen een dagelijkse ritme opgebouwd met allerlei activiteiten, die mij veel plezier en tevredenheid opleveren. Echter met enige regelmaat gebeurt er iets waardoor de dagelijkse balans behoorlijk verstoord wordt. Soms is dat iets fysieks, dan is het iets psychisch. Deze disbalans wordt versterkt door het gegeven dat ik mijzelf helemaal niet zie als die persoon met die leeftijd, een ontkenning waar nog eens extra bij komt het perspectief van de naderende vierde levensfase van grote afhankelijkheid en zorgbehoevendheid.

Vanaf het moment dat ik met pensioen ben gegaan, realiseer ik mij dat de focus van mijn welbevinden zo goed als helemaal op mijzelf en mijn directe leefomgeving is komen te liggen. In mijn eerdere levensfasen heb ik met veel plezier en verantwoordelijkheidsgevoel naast mijn (betaalde) werk allerlei (bestuurlijke) activiteiten ontplooid op vrijwillige basis. Gewoon omdat ik het leuk en inspirerend vind. Vrijwilligerswerk zet ik bewust voort na mijn pensionering. Mijn kennis en ervaring wil ik graag blijven gebruiken en inzetten in de samenleving. Ik heb het nodig er toe te doen. Wat mij daarbij opvalt is dat naarmate de derde levensfase voortduurt, de meeste van mijn activiteiten zich concentreren in mijn directe leefomgeving.

Terugkomend op de disbalans die af en toe ontstaat, merk ik dat de veerkracht die ik gedurende mijn werkzame leven had, absoluut minder wordt. Zo ben ik heel actief met allerlei zaken betreffende het appartementencomplex waar ik woon. Dan ineens voel ik bij – met name – bestuurlijke activiteiten een grote mate van verantwoordelijkheid opkomen. Ik lig er ’s nachts wakker van. In korte tijd ontstaat er een grote mentale druk. De enige juiste optie is voor mij dan meteen te communiceren dat ik afhaak, wat die activiteiten betreft. Een ander voorbeeld in de familiesfeer. Met veel plezier vul ik mijn rol als opa voor de kleinkinderen in, maar ook daar geldt het principe dat het voor mij niet te belastend moet zijn en dat ik ‘nee’ durf te zeggen als dat wel zo is.

De kunst is om mijzelf niet meer voor de gek te houden, maar in de spiegel te kijken en de juiste ruimte te geven aan mijn lichaam en geest. Levenskunst op mijn leeftijd is accepteren dat mijn veerkracht afneemt en niet meer in die mate terugkomt. De veerkracht die ik wel heb, moet ik eerlijk onder ogen zien en vervolgens goed doseren. Dán zorg ik goed voor mijzelf. En als ik mijzelf helemaal serieus neem, zal ik op bepaalde momenten ‘mentale’ aandacht en zorg moeten durven vragen aan mijn dierbaren in de inner cirkel.