Steeds vaker hoor ik in mijn omgeving mensen vertellen dat ze bezig zijn met het opstellen van een levenstestament. Altijd komt in die gesprekken de angst ter sprake dat je wilsonbekwaam kunt worden en dan niets meer te zeggen hebt over je eigen leven inclusief levenseinde.
Voor mijn lief en mij is het sowieso belangrijk om van elkaar te weten hoe ieder over dit soort zaken denkt en wat hij/zij wenst. Voor de kinderen lijkt het ons fijn als zij weten hoe of wat, zodat zij niet voor een fait accompli komen te staan, zoals wij in het verleden. In 1993 en 2005 hebben mijn lief en ik bij onze moeders totaal onvoorbereid moeten meedenken en meebeslissen toen het levenseinde in zicht was.
Nog kraakhelder staat mij het overlijden van mijn lieve moedertje voor ogen. Ruim dertig jaar geleden wordt zij voor de tweede maal opgenomen in het ziekenhuis met darmkanker, dit keer zonder enig perspectief op genezing. Wij zien haar daar liggen met vreselijke pijn. Ze ervaart geen kwaliteit van leven meer en weet van de arts dat ze dat ook niet meer kan verwachten. Totaal onverwacht voor ons kinderen, laat ze bij volle bewustzijn aan de behandelende artsen en aan ons weten dat ze uit het leven wil stappen. Ze vertelt dat ze dit al heel veel jaren geleden heeft besproken met haar huisarts. Na indringende gesprekken met haar en met ons, beslissen de artsen na lang beraad positief op haar vraag het leven te beëindigen. Op een woensdagmorgen in november staan we met de hele familie, exclusief de kleinkinderen, rond haar bed als ze haar laatste adem uitblaast.
Ik heb grenzeloze bewondering voor haar moed om deze beslissing te nemen. Tegelijkertijd voelt het tot op de dag van vandaag onwerkelijk, misschien wel omdat ik er op dat moment totaal niet op voorbereid ben. Nu ik er zelf over nadenk en dit alles vastleg, besef ik dat op papier zetten redelijk eenvoudig is. Maar wat doe ik als het zover is en ik nog helder van geest ben? Kan ik het opbrengen te vragen om de behandelingen te stoppen of te vragen om euthanasie? Ik zal vast terugdenken aan mijn lieve moedertje en daar kracht uit putten. Diezelfde kracht wens ik dan mijn nabestaanden toe in geval van een dergelijke beslissing als ik wilsonbekwaam ben geworden.
Intussen gaat mijn pensionado leventje rustig verder. Ik ga niet somberen, integendeel. Ik vier het leven elke dag nog volop en wil minstens drieënnegentig worden. En als het even tegen zit en ik wil nog door, zing ik net als vroeger in de bus op schoolreisje uit volle borst:
‘En van je hela, hola, houd de moed erin, houd de moed erin, houd de moed erin…..en als de moed eruit is……pomp het er dan weer in….