Het laatste jaar ervaar ik als extreem heftig. Het is niet zozeer mijn oog- en heupoperatie en een apneu diagnose, maar de wereld om mij heen: hoe wij omgaan met Moedertje Aarde en de oorlog in Oekraïne. De oorlog hakt er mentaal bij mij flink in. De dagelijkse beelden van verwoeste dorpen en steden in Oekraïne kan ik nauwelijks aan zien. Ik word er dan moedeloos van. Soms vraag mij af of het komt door mijn leeftijd? Op een ander moment denk ik dat het verband heeft met mijn naoorlogse jeugd (geboren in 1946).
Als ik mij zo voel, dan weet ik dat ik moet zoeken naar handvatten om mentaal overeind te blijven.
Mijn hele volwassen leven ben ik mij ervan bewust dat de ervaringen van mijn ouders in de 2e W.O. diep in mijn dna zijn gekropen. Alsof ik erbij ben geweest staat op mijn netvlies het beeld van mijn moeder die met een handkar en een baby (mijn oudste broer) in 1944 het zwaar gebombardeerde Arnhem ontvlucht. Ik ben opgegroeid in een gezin met zes kinderen, waar de naweeën van de oorlog dagelijks concreet zichtbaar en voelbaar zijn geweest. Nog steeds houd ik het bij de jaarlijkse dodenherdenking 4 mei niet droog.
Ondanks deze naoorlogse context kan ik zeggen dat ik opgegroeid ben in een warm gezin. Ik heb dit te danken aan een ijzersterke vrouw, mijn moedertje lief.
In 1944 – mijn ouders zijn dan twee jaar getrouwd – wordt mijn vader, mede vanwege zijn verzetswerk, ernstig ziek en hij zal dat min of meer blijven tot zijn overlijden in 1961. Al die jaren zorgt mijn moedertje lief voor zes kinderen, haar altijd ernstig zieke man en mijn opa, die 10 jaar bij ons in huis woont. Eigenlijk zijn er zeven kinderen. Als op mijn verjaardag in 1953 nog een broertje geboren wordt, ligt mijn vader ver weg in het sanatorium in Davos. Mijn broertje Angelo blijkt ernstig gehandicapt en overlijdt spoedig na de geboorte. Zonder haar man en zonder dat zij er bij kan zijn wordt haar kindje, ons broertje begraven.
Moedertje lief weet haar gezin met vlag en wimpel overeind te houden. Zonder dat ze er om vraagt, krijgt zij veel steun van familieleden en anderen. Het sociale netwerk waarin ons gezin is ingebed is hecht en sterk, wellicht mede door alle oorlogservaringen.
Nu ik dit zo opschrijf weet ik dat ik maar even aan mijn moedertje lief hoef te denken om weer met een positief gevoel de nieuwe dag in te gaan.