Na twee jaar coronapandemie, durven we weer een vakantietripje naar het buitenland te maken. Afgelopen week stappen we op de Thalys naar Parijs voor een vijfdaagse stedentrip. We hebben er extra zin in, want het biedt niet alleen enige afleiding van de vreselijke oorlog in Oekraïne, maar vooral ook heeft Parijs voor ons een heel bijzondere betekenis.

Als pensionado kijk je meer dan voorheen terug op hoogte- en dieptepunten in het leven. Vaak besef je pas vele jaren later wat de gebeurtenis zo bijzonder maakt. Parijs 1972 is zo’n bijzonder moment, want dan gaat mijn lief ruim een half jaar naar Parijs als au pair. Ik ben dan net enkele maanden smoorverliefd op haar. Ik wil en kan haar niet tegenhouden, maar vind het erg lastig en spannend. Om dat verliefdheidsvuur brandend te houden, rijd ik ongeveer om de drie weken met de auto naar Parijs: vrijdagmiddag om vijf uur weg en zondagavond laat weer thuis in Arnhem. Dat het goed heeft uitgepakt, is nu vijftig jaar later wel duidelijk!

Natuurlijk zijn we in al die jaren meerdere keren in Parijs geweest, ook met onze kinderen. Maar deze keer stappen we specifiek met deze herinnering op 1 maart 2022 uit de trein op het Gare du Nord met de woorden: Parijs, hier zijn we weer!

We hebben een eenvoudig hotelletje in Le Marais geboekt. Goed gelegen in het centrum van Parijs, zodat we gemakkelijk te voet van deze fantastische stad kunnen genieten. We slenteren met QR code en stappenteller op zak door brede straten, mondkapje gereed onder de kin. We lopen langs de Seine, Place de la Concorde en de Eiffeltoren. We zien de Notre Dame, die in de steigers staat. Als we rusten, pakken we een van de vele terrasjes voor een koffie, thee, biertje of wijntje. We bezoeken het Louvre en lopen onderweg af en toe een prachtige kerk binnen.

Eenmaal in de kerk kunnen we het niet laten een kaarsje aan te steken en samen de wens uit te spreken dat onze allerliefste kinderen en kleinkinderen ook een gelukkig en fijn leven zullen hebben.