Via de post valt er een grote envelop op de deurmat. Mijn oudste broer, geboren in 1944, stuurt ons een dagboek van de familie Beke. Het omvat de oorlogsperiode 17 september 1944 tot 12 juni 1945. Het dagboek beschrijft dus het eerste levensjaar van mijn broer. Terwijl ik het lees, moet ik telkens denken aan ons dagelijks leventje in deze coronacrisis.
Mijn pas getrouwde ouders wonen vlak bij het centrum van Arnhem. Tegenover hen wonen opa en oma Beke. Het is zondag 17 september 1944. Al dagen is het onrustig in de stad. In de ochtend gaat drie keer het luchtalarm af. Dan tegen het middaguur horen en zien zij honderden vliegtuigen in de lucht. Overal om hun heen vallen bommen op het centrum van de stad. Hun huis wordt wonder boven wonder niet geraakt. Er is geen stroom, gas en water meer.
De eerste dagen na het bombardement is er totale chaos. Het leven ligt helemaal stil. ’s Woensdags zou een zus van mijn vader trouwen. Dat gaat natuurlijk niet door. Er volgen enkele angstige dagen en vooral nachten. Ze durven nauwelijks naar buiten. Wat moeten zij doen? Hoe gaat dit verder?
Dan op zondag 24 september moet iedereen de stad verlaten richting Velp en Apeldoorn. De houten vloeren in huis worden opengebroken om daar allerlei huisraad onder te stoppen. Met een handkar, een kinderwagen (met mijn oudste broer erin) en een zwaar beladen fiets gaat de familie samen met enkele andere families (totaal 39 personen!!) op pad. Het regent heftig en na een zware tocht komen zij in Velp, waar zij bij een familie ondergebracht worden die een timmerwerkplaats heeft. Vanaf dat moment zullen mijn ouders, broertje en enkele familieleden acht maanden lang van huis en haard verdreven zijn: eerst Velp, dan Loenen en tenslotte Amersfoort.
Het is woensdag 16 mei 1945 als oom Piet (de dagboekschrijver) terugkomt in hun huis in Arnhem. De ravage is groot. De muren zitten vol gaten, het dak is vernield en het meeste meubilair is weg. Zijn nuchtere reactie is: ‘Enfin we zullen maar aanpakken en de grootste rommel zo gauw mogelijk aan de kant zien te krijgen!’ Mijn ouders blijven nog tot half juni in Amersfoort, waar eind mei mijn andere broer geboren wordt.
Er zijn veel dingen die mij tijdens het lezen van dit dagboek opvallen en waarover ik nadenk. De familieband is hecht en groeit nog steviger in deze moeilijke tijd. Het leven is gericht op de meest basale levensbehoeften: zoeken van slaapplekken, eten zien te vinden en vooral ook hout sprokkelen. Alles gebeurt te voet of met de fiets. De enige luxe, zo lees ik in het dagboek, is het vinden van betaalbare shag. Er wordt flink gerookt in de familie. Verder probeert men zo gewoon mogelijk te leven: verjaardagen worden gevierd, er wordt getrouwd en kinderen worden geboren.
Extra heftig is het voor mijn moeder, inmiddels weer in verwachting, als mijn vader drie keer in het ziekenhuis in Amersfoort opgenomen wordt vanwege zeer ernstige maagproblemen. Wonder boven wonder komt hij er bovenop. Mede dankzij de hechte band met de (schoon)familie en vrienden weet zij de moed er in te houden.
Mijn vader en moeder hebben een extreem moeilijke start gehad. Ik ben een jaar na de oorlog geboren en heb dit besef meegekregen in mijn dna. De ouders van mijn lief hebben gelijksoortige, heftige oorlogservaringen. Ik merk dat het ons helpt in deze coronacrisistijd. Vergeleken met de oorlogstijd is de huidige crisis weliswaar zeer bedreigend, maar minder heftig. Wij doen vol overtuiging mee aan de oproep van Rutte om elkaar te steunen door social distance te accepteren. Onze kinderen en naasten doen er even hard aan mee. Wij realiseren ons dat deze situatie een tijdje zal duren. We weten ook dat deze crisis niet eindigt zoals de 2e W.O. met het tekenen van de capitulatie op 5 mei 1945.
Het beëindigen van deze coronacrisis zullen we SAMEN moeten ‘ondertekenen’ door te DOEN en ons LANGE TIJD te houden aan de voorschriften.
Wat een ongelooflijk verhaal en wat een aanpassingsvermogen hebben mensen als zij gedwongen worden huis en haard te verlaten. Wij zitten opgesloten, maar gelukkig in ons eigen huis. Onze buurman is met een vaatontsteking in het ziekenhuis opgenomen en niemand mag mee om hem te begeleiden . Ook heel erg raar. Daarom video bellen maar snel geleerd van Marlou.