In deze coronatijd dwalen mijn gedachten alle kanten op. Het kan niet anders dan dat deze gedachten te maken hebben met oudere zijn en daardoor extra risico lopen bij het coronavirus. Het voelt als een scheidslijn. Aan de ene kant het pensionado leven van mijn lief en mij, en aan de andere kant het jonge leven van onze (schoon)kinderen, het prille leven van onze kleindochter en het nieuwe leven dat zich aandient in september.

Ik probeer sombere gedachten zoveel mogelijk te vermijden. Ik denk dan dat ik een mooi leven heb gehad tot nu toe. Een leven vol groei, geen oorlog zoals mijn ouders en veel persoonlijk geluk.  Met mijn drieënzeventig jaar heb ik het nog steeds enorm naar mijn zin en er is nog genoeg te doen en te genieten van jong en oud. Dus niet somberen, gaan met die banaan!

20200331_211807

voor de liefste oma en opa

Wat ik na drie weken social distance begin te missen is onze kleindochter. In normale tijden haal ik haar op donderdagmorgen op voor een speeldagje met oma en opa. In de auto zing ik dan uit volle borst kinderliedjes voor haar. Oude kinderliedjes uit mijn eigen kindertijd en periode dat ik als leerkracht voor de klas sta. Zij kent de liedjes inmiddels en probeert achter in de auto mee te zingen. Deze momenten maken dat ik mij dan heerlijk kind onder de kinderen voel, een leventje zonder zorgen en veel toekomst.

Het is grappig om te weten dat veel van deze oude kinderliedjes helemaal niet zo onschuldig zijn als ze lijken. In de Middeleeuwen bevatten liedjes vaak dubbelzinnige teksten bedoelt voor volwassenen. Twee Emmertjes Water Halen… is een liedje dat gaat over een bezoek aan een bordeel. Het hoogtepunt wordt bezongen in de regels ‘Van Je Ras, Ras Ras Rijdt de Koning door De Plas…..eindigend in Rijdt de Koning Door De Kerk, Van Je ….Een…Twee…Drie!!! Ook het liedje Daar Was Laatst Een Meisje Loos…., dat moet Klimmen In De Mast, Maken De Zeilen….loopt ondeugend af in het couplet ‘Ach Kapiteintje Sla Me Niet, Ik Ben Uw liefje, Ik Ben Uw liefje…..En wat te denken van het liedje Zeg Moeder Waar is Jan, Bij Tante…Op het Feest… In de Middeleeuwen was Tante de benaming voor een prostitué.

20200324_114232

1947 met waterijsje in de tuin

Ik weet niet zo goed waarom ik deze weken in mijn coronablog ineens kinderliedjes gebruik. Zou je bij het ouder worden meer en meer terugdenken aan je kindertijd? Of is het het ultieme verlangen om juist in deze moeilijke tijd weer even onbezorgd in de wereld te staan, zoals een kind?

Zeker is dat de coronacrisis bij mij het besef versterkt dat ik echt tot de groep ouderen behoor. Afgelopen week heb ik zowaar op een ochtend tussen zeven en acht uur boodschappen gedaan bij de supermarkt. Hoewel ik dik bij de doelgroep hoor die een uurtje apart mag winkelen, voelde ik toch enige gêne. Ik ben gezond en geen kwetsbare oudere. Sterker nog ik voel mij – om toch in die terminologie te blijven – een jonge oudere. Ook word ik tot mijn eigen verbazing steeds voorzichtiger naarmate het thuisblijven langer duurt. De bogen waarmee ik om andere mensen heen loop worden groter. Daar is voor nu even niks mis mee. Ik waak er voor geen angstige oudere te worden straks als de crisis voorbij is.

Nog even terugkomend op de kinderliedjes. Als ik op de donderdagmorgen met mijn kleindochter onze straat inrij, zing ik standaard: ‘We Zijn Er Bijna, We Zijn Er Bijna, Maar Nog Niet Helemaal…..

Ik zing dit liedje – vol hoop – nu in mijn gedachten, telkens weer, voorlopig tot 28 april en waarschijnlijk nog daarna.