Afgelopen week lees ik met veel interesse de rubriek Hoofdzaak in Trouw van Mark van Vugt, hoogleraar evolutionaire psychologie aan de VU.
Het gedeelte van het brein dat de impulsen beheerst en emoties reguleert – de neocortex – kan bij een mens een sociaal netwerk van honderd tot honderdvijftig individuen bevatten. Bijzonder is dat dit de omvang van de jager-verzamelgroepen is waarin de mens honderdduizenden jaren heeft geleefd. Uit allerlei onderzoek blijkt dat het leven in groepen van de primaatsoorten, waartoe de mens behoort, evolutionaire voordelen oplevert. Je kunt denken aan bescherming tegen gevaar, voedselverdeling en hulp bij ziekte. De grootte van de neocortex bepaalt daarbij de omvang van het sociale netwerk. Zo leeft de gorilla in groepen van ongeveer tien exemplaren en de chimpansee met een iets grotere neocortex in groepen van dertig tot vijftig. Waarom is dat nou zo interessant?
In onze tijd van mondialisering en de opkomst van Facebook, Linkedin en Twitter zijn de aantallen sociale contacten vele malen groter dan we feitelijk evolutionair aan zouden kunnen. Hoe maak je dan de juiste keuzes, want, zo stelt Van Vugt, ons brein is niet toegerust om die sociale diarree te verwerken. Ons lichaam schiet in de stress, we raken burn-out of komen in een depressie terecht. Opmerkelijk is dat ongeveer één op de zeven Nederlanders last heeft van burn-out problemen en het komt het vaakst voor bij sociale beroepen, zoals in onderwijs en verpleging. Nog interessanter wordt het als Van Vugt een Amerikaans gedragsonderzoek bij marmotten aanhaalt. De marmotten die veel contact zoeken en aardig zijn voor elkaar, blijken korter te leven dan hun meer individualistische soortgenoten en zij brengen ook minder kleintjes op de wereld. Als je geleefd wordt door anderen, blijkt dat slecht voor lijf, leden en geest.
Als gerontoloog vind ik het sociale netwerk ons belangrijkste levensgebied. Ik noem het de levensadem van iedere mens. Feitelijk gezien leeft ieder mens bij de gratie van de ander. Binnen die sociale context is de kwaliteit, en niet de kwantiteit, daarvan bepalend voor de mate waarin wij ons welzijn en welbevinden ervaren. Maar hoe reguleer ik mijn sociale relaties in deze moderne samenleving? In extremis zie ik hoe de dagelijkse levens van de Haagse reality ster Barbie of van popsterren zoals Justin Bieber lijden onder het geweld van sociale media.
Als ik kijk naar mijn omgang met sociale relaties, zal ik niet zo gauw in soundbites communiceren, noch persoonlijk, noch op sociale media. Een praatje pot op zijn tijd is leuk, maar ik gebruik Facebook, Linkedin en Twitter vooral om mijn blog of ander inhoudelijke onderwerpen te verspreiden en te promoten. Dit levert mij in ieder geval een aantal warme sociale contacten op afstand op. In mijn directe contacten met dierbaren en vrienden is de warmte en de inhoud van die contacten eveneens belangrijk. Op die manier haal ik de (evolutionaire) honderd tot honderdvijftig sociale contacten gemakkelijk. Als fulltimepensionado ben mij er tegelijkertijd van bewust dat het risico bij ouder worden is dat mijn sociale netwerk gestaag afbrokkelt. Onder de groep vijfenzestigplussers is er veel eenzaamheid. In de vroege geschiedenis van de mensheid bleef de oudere deel uitmaken van de groep. Nu is dat vaak niet meer. In de huidige tijd van toenemende individualisering wordt er dan ook een extra beroep gedaan op mijn sociaal instinct. Ik zal zelf in mijn laatste levensfase blijvend actief op zoek moeten gaan naar een goed sociale netwerk, dichtbij en verder af. Iedereen kan, net als ik, daarbij profiteren van de sociale media: facetimen en appen met (klein)kinderen, nieuws en commentaar volgen via internet, TV of eenmaal alleenstaand zoeken naar een partner via internet. En voor dichterbij geldt: ‘Beter een goede buur, dan een verre vriend’. Sowieso is voor alle mensen, maar zeker voor de pensionado’s, de belangrijkste opgave (inter)actief bezig te zijn in en met je sociale netwerk, want dat is je levensadem!
Bij ziekte en stress is het van belang om je hart te kunnen luchten en steun te kunnen zoeken bij vrienden en buren en familie.Dat geeft een goed gevoel. Je staat er dan niet alleen voor.