Als fulltimepensionado heb ik af en toe het schrikbeeld dat ik zorgbehoevend word. In mijn jaren als directeur van zorginstellingen weet ik wat het betekent als je afhankelijk wordt en bijvoorbeeld geholpen moet worden bij douchen en toiletgang. Anderen komen dan heel direct in je intieme leefwereld. Vandaag, onze tweede dag in Mongolië, krijg ik een simpel voorproefje hiervan, een beetje heftig, maar uiteindelijk vooral ook komisch. Maar daarover straks meer.
Eerst bezoeken we het Erdene Zuu Klooster deze ochtend. Het tempelcomplex is grotendeels verwoest tijdens de Russisch communistische overheersing tussen 1930 en 1940. We hebben geluk want op het terrein
aan de voorzijde van de grote ingangspoort is een grote manifestatie aan de gang. De oude tijden van Dhengis Kahn herleven in muziek en dans. Strijders op kleine paarden laten acrobatische kunsten zien en karavanen kamelen en ossen trekken langs, als ware het de zijderoute. In een van de gersen krijgen we paardenmelk(!) met geitenkaas aangeboden …. jammie.!?/..
Voordat we die middag richting de Mongoolse zandduinen rijden, gaan we lunchen. Trek heb ik niet. Vanaf de eerste vakantiedag heb ik geen stoelgang gehad, een intiem onderwerp waar je niet gemakkelijk over praat. Maar ik begin mij ongerust te maken en vertel het aan Nara, onze gids. Zij vindt het absoluut niet raar en neemt het initiatief naar een apotheek te gaan en een laxeermiddel te kopen. Ik neem een dubbel portie in.
Vervolgens rijden we naar onze volgende nomaden bestemming, waar we begin van de avond aankomen. Het laxeermiddel werkt nog steeds niet. Onze gids, bezorgd over mijn toestand, biedt daarom aan mij een buikmassage te geven. Ik voel me duidelijk opgelaten bij deze intieme handeling door een wildvreemde. Mijn eveneens bezorgde lief dringt er intussen op aan naar een arts te gaan. Na enig aarzelen stem ik toe. De dichtsbijzijnde nederzetting met een kliniekje is driekwartier rijden. De dienstdoende dokter stelt al snel de diagnose ‘obstipatie’ vast en na enig overleg krijg ik een ‘onschuldige’ darmspoeling. Na amper vijf minuten, begint het spul te werken, zo heftig dat ik een sprint moet maken naar de toilet. Pas op dat moment besef ik dat er geen toilet binnen is. Ik ren op goed geluk door de gangen van het kliniekje naar de uitgang, mijn lief er achteraan. Op de bankjes voor de kliniek zitten enkele mensen. Ik hoor mijn lief roepen: ‘Naar links, geloof ik.’ Daar zie ik enkele schuurtjes staan. Het blijken electriciteithuisjes. ‘Nee verder, daar’ roept mijn lief. En ja hoor, daar staan enkele houten toilethuisjes, waarvan er één vrij is. Ik heb het gehaald! Meer dan opgelucht om allerlei redenen, krijgen mijn lief en ik vervolgens de slappe lach. Het is slapstick, temeer daar niemand bij dit tafereel raar opkijkt, noch de mensen op de bankjes, noch onze chauffeur, noch onze gids.
In het pikkedonker rijden we terug. Wegbewijzering is er niet, je hebt geen idee op welke plek je de weg af moet, de steppe in. Maar toch weet de chauffeur onze nomadenfamilie te vinden. In de koplampen van de auto zien we onze ger opdoemen en vlakbij gekomen lichten duizend paar ogen op. Naast onze ger ligt een enorme kudde geiten. 100 Meter daarachter is ergens in het donker het buitentoilet. Hoe romantisch deze plek ook is, gezien mijn toestand wordt het een oncomfortabele en zeer onrustige nacht. Het buitentoilet zal ik geen enkele keer halen…..
De volgende ochtend heeft onze lieve gids een teil met warm water klaargezet. Net zo’n teil waar ik vroeger als kind door mijn moeder één keer per week, op de zaterdagmiddag, in gewassen werd. Dit keer kan ik mijzelf wassen met een beetje hulp van mijn lief. Een half uurtje later sta ik fris en fruitig, maar vooral opgelucht, buiten voor de ger, klaar voor de derde dag Mongolië!
Stoelgangramp. Mij wel bekend. Maar in Mongolië is dat wat anders. Je weet niet of je laxeermiddel moet meenemen of een stoppertje.
We hebben wel om je verhaal gelachen, Geert . Beetje leedvermaak. Het is leuk om je blog te lezen.