Bijna elke maand denk ik bij mijzelf: ‘Waarom stop je niet met die stomme loterijen, terwijl je weet dat er nauwelijks of geen kans is dat je daarmee miljonair wordt? Je weet dat geld niet gelukkig maakt?’ Maar dan is er daar dat duiveltje, dat in mijn oor fluistert: ‘Doorgaan, je weet het nooit en geld maakt het wel gemakkelijker om gelukkig te zijn’.

Neem de postcode loterij. Schreeuwende BN-ers in fel rood gekleurde jasjes komen vele malen per dag in mijn blik- en gehoorveld met de kreet: ‘In 2017 is er maar liefst 257,8 miljoen aan prijzengeld!’ Op de website lees ik, dat er meer dan 600.000 prijzen per maand vallen, want ‘winnen doe je bij de postcodeloterij’. Je moet wel volkomen gestoord zijn als je niet meedoet. Ik erger me steeds meer, niet alleen aan deze dwingende reclame, maar ook aan mijzelf. Ik doe namelijk mee vanaf het begin in 1989. Nooit heb ik een echte geldprijs gewonnen. Dat kun je natuurlijk verwachten bij een loterij, zul je zeggen. Een simpel rekensommetje laat zien dat er jaarlijks 7,2 miljoen prijzen worden uitgedeeld en dat op ongeveer 440.000 postcodes. Onze straat moet wel een enorme pechvogel zijn, hoewel…? Ik heb een keer een bon gewonnen voor een Ben&Jerry ijsje, af te halen bij de plaatselijke Super! Deze ‘fantastische prijs’ kwam tot mij via de brievenbus in een opvallende cadeauverpakking. Hoezo ‘doe maar duurzaam?’ Dit pakje bevatte naast de bon een uitgebreide brief waarin ik van harte gefeliciteerd werd met deze gewonnen prijs. Ook werd ik zeer hartelijk bedankt namens al die goede doelen, die ik steun, want daar doen we het toch voor?! Eerlijk gezegd, ben ik mij totaal niet bewust van die goede doelen. Ik koop via automatische afschrijving maandelijks één lot en hoop daarmee ooit een groot geldbedrag te winnen. Als ik iets aan goede doelen wil geven, kies ik die zelf wel uit.

Je zou zeggen, als je je zo ergert, waarom stop je de deelname dan niet? Mijn reden is banaal, maar ja. Een postcode is iets dat iedereen heeft. Mijn postcode nummer doet dus elke maand mee in de trekkingen. Het idee is behoorlijk ondraaglijk als de hele straat een grote prijs zou winnen en ik niet. En, nog erger, hoewel ik als 70-jarige inmiddels weet dat geld niet gelukkig maakt, blijf ik stiekem denken dat het wel kan helpen. Laat ik nu in die gedachten worden gesterkt door de World Happiness Index. Deze index kijkt niet alleen naar het (1) bbp per hoofd van de bevolking, maar ook naar (2) sociale voorzieningen, (3) de levensverwachting, (4) vertrouwen, (5) vrijgevigheid en (6) de waargenomen vrijheid om beslissingen te maken. Dan blijkt: geluk ligt (relatief) ver van de evenaar. Maakt geld gelukkig? Nou, toch wel een beetje. Als we in 2015 de top 10 van de World Happiness Index naast de tien landen met het hoogste bbp per hoofd van de bevolking zetten, blijkt: zes van de tien komen in beide lijstjes voor. De absolute koplopers zijn Zwitserland en Denemarken.

img_1802

Voorlopig is het een goed excuus voor mij om niet te stoppen en tegen beter weten in te blijven hopen op een grote prijs. En als ik win geef ik heel veel geld aan zelf gekozen goede doelen. Daar hoort zeker de Pauluskerk Rotterdam bij, waar ik al vanaf 1986 als bestuurslid bij betrokken ben.