Dat ik mij een wereldburger voel, ervaar ik dagelijks in Rotterdam. Dat gevoel is nog sterker als ik afgelopen weekend met mijn lief in Londen ben. We bezoeken daar onze zoon en schoondochter. Onze zoon is door zijn werkgever voor een jaar gestationeerd in Londen. Voor veel geld hebben zij een leuk, maar klein appartement gehuurd in de wijk Marylebone dat ligt tussen Hyde Park en Regent’s Park. Als zij ’s ochtends een uurtje willen hardlopen dan zijn zij binnen tien minuten in één van die grote parken. In Londen hoor je meer dan 300 talen spreken. Altijd en overal lopen horden mensen, rijden (vaker stilstaan) auto’s, bussen, metro’s, taxi’s en zelfs zie je opvallend veel fietsers. Het stikt er van de eetgelegenheden, waterpijpcafe’s, pups en winkeltjes. 20161211_144145Londen is big, een wereldstad, met een indrukwekkende geschiedenis. Ik zou er, nu ik fulltime pensionado ben, zo een maand of wat per jaar willen wonen. Met dit Londen avontuur op jonge leeftijd treden mijn zoon en schoondochter een beetje in onze voetsporen. In 1981 hebben mijn lief en ik in Nairobi Kenya gewoond. Wij zijn dan ook nog jong, hebben geen kinderen en wilden graag onze Nederlandse blik verruimen en andere culturen opsnuiven. En dat hebben we gedaan. Sinds die tijd voel ik me naast Nederlander ook kosmopoliet, verbonden met de mensheid in het algemeen. In mijn perspectief zijn culturen aan verandering onderhevig en  beïnvloeden zij elkaar. In mijn relatief korte leventje vindt er een ongekende globalisering plaats. Een van de gevolgen is dat er nu in heel veel delen van de wereld grote spanningen ontstaan. In een groot aantal landen maken populisten hier gretig gebruik van en krijgen inmiddels behoorlijk voet aan de grond. Steeds duidelijker zien we dat er mede door de globalisering overal op de wereld een toenemende kloof ontstaat tussen stedelingen en plattelanders. In Nederland praten we dan over fifty-fifty aantallen en veel stemmen gaan naar Wilders. In Frankrijk leeft zo’n 60% in de periferie van steden en op het platteland en velen van hen stemmen op Le Pen. In de Verenigde Staten zien we dat een percentage van 62% plattelanders op Trump heeft gestemd ten opzichte van 35% in de grote steden. De Londenaren wilden niet de Brexit, maar de mensen daarbuiten wel. Volgens analisten is deze tweedeling de bron van de grote tegenstellingen en niet zozeer arm-rijk of allochtoon-(witte) autochtoon. Kort door de bocht gezegd kan de bevolking in de periferie van de grote steden en op het platteland de globalisering en de daarbij behorende dynamiek niet bijhouden. Het geld wordt verdiend in de steden. Niet alleen de volksklassen worden verdreven naar plaatsen waar nauwelijks nog geld verdiend wordt, ook de middenklassen. Volgens de Franse sociaal geograaf Guilluy (zie interview FD 10.12) ontstaat er zo een nieuwe gegoede burgerij ‘de bobo’,  die er een comfortabele levensstijl op na houdt. En Guilluy zet het nog scherper neer. ‘De bobo heeft een morele superioriteit. Hij staat nadrukkelijk aan de kant van ‘het goede’. Zo gaat hij tekeer tegen ‘het systeem’, zoals de banken en de belastingparadijzen. Maar het is een rebellocratie: deze ‘opstandigen’ zijn in feite de nieuwe machthebbers. In materieel opzicht zijn ze de ouderwetse elite, maar dat willen ze niet horen.’

Hoe het allemaal verder moet weet ik als Nederlandse kosmopoliet ook niet. Ik besef dat ik me niet als een bobo moet gedragen. ‘Verbeter de wereld, begin bij jezelf’ klinkt wat ouderwets, maar toch. Graag sluit ik me aan bij de kerstboodschap vanuit de Pauluskerk die vandaag op mijn deurmat valt. Daarin lees ik: Nelson Mandela geloofde in een samenleving, die gebaseerd was op ubuntu: ‘Ik ben, omdat wij zijn.’ Mijn leven is alleen mogelijk, omdat het voortdurend mogelijk wordt gemaakt, niet alleen door mijzelf, maar vooral door het bestaan en de inzet van anderen. Dat ubuntu zou wel eens een prima leidraad kunnen zijn voor hoe we met elkaar verder gaan in 2017!