Onlangs wordt Rotterdam in een van de meest gebruikte reisgidsen op onze wereld ‘de Lonely Planet’ genoemd in de top vijf van wereldsteden die je gezien moet hebben. De stad van no nonsense, van opgestroopte mouwen, van hand in hand kameraden, van doe maar gewoon dan doe je gek genoeg, is groot geworden dankzij en met hulp van heel veel nieuwkomers. Volgend jaar viert en herdenkt Rotterdam op een feestelijke manier 75 jaar wederopbouw en zij doet dat met allerlei culturele manifestaties. Het festival comité geeft aan vooral vooruit te willen kijken: generaties bij elkaar brengen en de verbinding tussen jong en oud maken. Het is een mooi initiatief in een stad als Rotterdam die al meer dan twee eeuwen grote aantallen nieuwkomers welkom heet. Eind negentiende eeuw trekken veel Brabanders, Zeeuwen en Duitsers naar de Maasstad om daar te werken. In de jaren zestig zijn het gastarbeiders uit Turkije, Marokko, Italië, Spanje en Kaapverdië. Begin twintigste eeuw zijn het Polen en Oost Europeanen. Velen van hen zijn nooit meer weggegaan en Rotterdams burger geworden. Ik ben er zelf ook een, sinds 1983, en ik ben beretrots op mijn stad. Al decennia lang hoor ik dagelijks het geluid van de heipaalmachines. Ik zie dat er nieuwe woonwijken uit de grond worden gestampt en oude wijken worden gerenoveerd of gedeeltelijk nieuw gebouwd. Natuurlijk zie en ervaar ik ook dat deze groeiprocessen gepaard gaan met allerlei sociale spanningen. In de stad zijn onderlinge verschillen tussen mensen altijd snel zichtbaar, hoorbaar en ruikbaar. Samenleven, waar en hoe dan ook, vraagt daarom altijd inspanning van burgers. Ondanks het feit dat Rotterdam wereldwijd hoog scoort op allerlei lijstjes van mooie en interessante steden, blijven er grote sociaal-maatschappelijke vraagstukken over. Op andere lijstjes, zoals die van Het CBS, blijkt dat Rotterdam de onbetwiste armoedekampioen is. Ruim 53.000 huishoudens in de Maasstad leven op of onder de armoedegrens. Uit weer een ander lijstje blijkt dat er honderdduizenden vluchtelingen naar Europa komen. Velen van hen zullen doorreizen naar Nederland en dus ook naar Rotterdam. Om deze grote vraagstukken aan te pakken, zullen we net als altijd energievol aan de slag moeten gaan en daarbij gebruik maken van onze Rotterdamse mentaliteit: no nonsense, opgestroopte mouwen en hand in hand kameraden. De Rotterdamse geschiedenis laat zien, dat als we echt willen, we samen die vraagstukken kunnen tackelen. Leidend daarbij zijn voor mij de democratische principes vrijheid en gelijkheid, maar ook vreedzaamheid en verdraagzaamheid. Het lijkt helaas of deze principes steeds meer onder druk komen te staan naarmate de politieke vraagstukken groter en ingewikkelder worden. De discussies over integratie en vluchtelingen verharden zich zowel in het parlement als in de straat. Politieke partijen en individuele mensen mogen natuurlijk afwijkende meningen hebben en verkondigen, maar in een democratie blijft iedereen zoeken naar de verbinding tussen burgers. Wat democratie is en inhoudt moeten we al vanaf jongs af aan onze kinderen bijbrengen. Het woord klinkt misschien niet zo sexie, maar burgerschapsvorming is op scholen niet voor niets een verplicht onderdeel van het lesprogramma. Het leert onze jonge burgers, komend uit alle windstreken van de wereld, de basiskennis, vaardigheden en houding die nodig zijn om een actieve rol te kunnen spelen in de samenleving. Spelenderwijs worden onze kinderen vertrouwd gemaakt met begrippen als democratie, grond- en mensenrechten, duurzame ontwikkeling, conflicthantering, sociale verantwoordelijkheid, gelijkwaardigheid en omgaan met maatschappelijke diversiteit. SAMSUNG CAMERA PICTURESOoit ben ik in 1969 mijn werkzame leven begonnen als onderwijzer op een 20-klassige lagere school in een achterstandswijk. Het vak burgerschapskunde bestaat dan nog niet als zodanig, maar op allerlei manieren proberen wij onze leerlingen gereed te maken om later een volwaardige rol te kunnen vervullen in de samenleving. Natuurlijk zijn taal, rekenen en lezen belangrijke vakken. Maar elke maandagochtend start de week met een kringgesprek. Kinderen leren dan over van alles en nog wat met elkaar praten en discussiëren. Twee middagen in de week is er ‘wereldoriëntatie’, waar kinderen in telkens wisselende groepjes  zo zelfstandig mogelijk bepaalde onderwerpen of thema’s met elkaar uitwerken. En de vrijdagmiddag is altijd vrije keuzemiddag: kinderen mogen zelf een culturele activiteit kiezen en die in groepjes gaan beoefenen. Tot slot is er een door de kinderen zelf georganiseerde maandafsluiting: jong en oud feestelijk bij elkaar…

♥♥♥ Als oud-onderwijzer kan ik het niet laten om de Rotterdamse scholen en onderwijsinstellingen uit te dagen om in het kader van ’75 jaar wederopbouw’ extra aandacht te besteden aan burgerschapsvorming.