Het baart mij grote zorgen. In mijn hoofd ben ik er al weken druk mee. Ik kan er niet om heen en ik vind pas rust als ik voor mijzelf hier een mening over kan vormen, hoe beperkt en simpel dan ook. De eerste stap is onze verantwoordelijkheid nemen om humanitaire hulp te bieden. Inherent aan deze eerste stap voel ik het ook als mijn verantwoordelijkheid om een steentje bij te dragen deze wanhopige mensen te helpen een fatsoenlijk bestaan op te bouwen. Of dat nu tijdelijk is of vast in Europa, of gericht op terugkeer naar hun moederland. Hoe dat allemaal moet gaan met deze enorme instroom van vluchtelingen, weet ik niet. Ik ben toevallig geboren in een land dat in de wereld zeer hoog scoort als het gaat om welvaart en geluk. Ik leef al bijna zeventig jaar in het mooie, veilige en welvarende Nederland. In mijn dagelijkse bestaan kan ik rekenen op een goed sociaal-economisch vangnet. In geval van angst, wanhoop of verdriet kan ik terugvallen op familie, vrienden en vele kennissen. Dat alles komt niet vanzelf aangewaaid. Daar moet je samen met je medeburgers in blijven investeren. Tegelijkertijd besef ik dat mijn (ons) dagelijkse leven – of ik dat wil of niet – vanuit allerlei invalshoeken en perspectieven direct gekoppeld is aan de wereld om mij heen. Ik ben Nederlander, Europees burger en wereldburger tegelijk: kosmopoliet. De scheidslijn tussen mensen loopt voor mij al lang niet meer langs landengrenzen. Ieder mens zou op elke plek geboren kunnen zijn. Als er al een bepaalde scheidslijn loopt tussen mensen, is het aan de ene kant de vrije mens die zich opstelt als vriend en aan de andere kant als de vijandige mens, zo schrijft de filosoof Henk Manschot. NieuwkomersMooie woorden en gedachten, maar dan komen er ineens honderdduizenden vluchtelingen Europa binnen, wanhopig op zoek naar een nieuwe leefplek. Niet alleen een leefplek waar vrede en veiligheid heerst, maar ook waar de meeste perspectieven op geluk en welvaart liggen. Dat lijkt me op zich heel menselijk, maar tegelijkertijd voelt het als een bedreiging voor mijn eigen bestaan, nu zij in die enorme aantallen naar Nederland komen. Daar sta ik dan als kosmopoliet in Nederland. Hoe gaan we die mensen nu en straks huisvesten? We hebben al zoveel woningnood. Hoe gaan we al die kinderen op scholen opvangen? En hoe zit het met werken? Er is al veel werkeloosheid. En wie betaalt dat allemaal? We komen net uit een economische recessie. Paniek en onrust alom, ook bij mij. Dit grote, menselijke drama vraagt een bijna onmogelijke veerkracht en vertrouwen van en in onze democratische samenleving. De weerstand is duidelijk en groot, zo blijkt uit de vele, heftige reacties op de diverse (as)sociale media. Het lijkt er soms zelfs op dat de enige echte scheidslijn tussen mensen, het eerder genoemde vriend- of vijanddenken, de overhand gaat krijgen. Dit is niet nieuw, want het gebeurt al decennia lang in de migrantendiscussie. We praten nog steeds over allochtonen, zelfs als we het hebben over hier in Nederland geboren en getogen Marokkanen of Turken. En dus roept ook nu weer (nota bene vanuit het hart van de Nederlandse democratie!) de politicus Wilders heel Nederland op, de straat op te gaan en te protesteren tegen de opvang van vluchtelingen. En eenzelfde Pavlov reactie komt uit de koker van de politieke partij Leefbaar Rotterdam. Op veel inspraakavonden in gemeenten wordt het debat onmogelijk gemaakt door het woedende geschreeuw van tegenstanders. Het reptielenbrein overheerst en de ratio wordt weggedrukt door negatieve emoties als angst en boosheid.

Tja, en dat wil ik niet, met angst en boosheid kan ik echt niks beginnen. Het enorme vraagstuk van de vluchtelingen verdampt niet als onze grenzen dicht gaan. Ik moet, kan en wil meedenken, meepraten en meezoeken naar stap voor stap oplossingen. Natuurlijk wil ik dat de politieke wereldleiders met elkaar de brandhaarden in de wereld op tijd blussen. Natuurlijk moeten de Europese leiders de handen in elkaar slaan en zoeken naar humanitaire oplossingen. Natuurlijk moeten wij de opvang in de regio zelf met alle mogelijke middelen steunen. Natuurlijk dienen er, eenmaal toegelaten tot Europa, landelijke quota afgesproken te worden. En ja, natuurlijk mogen we van de nieuwkomers verwachten dat zij op basis van een goed doordacht stappenplan laten zien een volwaardig medelander te willen zijn….

natuurlijk met onze hulp: investeren in elkaar als wereldburgers.