‘Gekregen op Sint Nicolaas van Moeder en Vader 5 december 1960’. In keurig handschrift heb ik dat als 13-jarige op de binnenkant van de kaft van mijn oudste fotoalbum geschreven. Het is lang geleden dat ik dit album in handen heb gehad.SAMSUNG CAMERA PICTURES  Bij het openslaan zie ik als eerste foto mijn vader op zijn ziekbed, samen met mijn moeder en jongste zusje. Deze foto moet ongeveer een half jaar voor zijn overlijden gemaakt zijn. Hij verblijft op dat moment in het sanatorium De Klokkenberg in Breda, waar hij een zware longoperatie heeft ondergaan. Alles lijkt goed te gaan. Maar dan op 10 juli 1961 overlijdt hij toch nog aan een hartstilstand. Hij is slechts 51 jaar geworden. Op dezelfde eerste pagina van dit fotoalbum heb ik zijn bidprentje geplakt. Daarin lees ik: ‘Hij was een liefdevol echtgenoot en toegewijde Vader. Te kort waren de jaren dat hij in vreugde mocht deelnemen aan de actieve zorg voor zijn dierbaar gezin.’ Nu ik dit zo lees, besef ik dat hij niet vader heeft mogen zijn van zijn volwassen kinderen, en dus ook niet opa van zijn kleinkinderen. Tegelijkertijd heb ik als volwassen kind nooit mogen ervaren hoe het is een vader te hebben. En mijn kinderen op hun beurt hebben geen opa Beke mogen meemaken. Voor mij persoonlijk is het familiegraf – vader (1961), moeder (1993), opa (1948) en oma Beke (1963) – altijd een fijne plek om even te vertoeven en te mijmeren over het verleden. Het vreemde is wel, dat ik mijzelf er telkens weer op betrap, in mijn hoofd meer te denken aan moeder dan aan vader. Zo levend als ik mijn moeder herinner en met mij meedraag, zo ver weg en onduidelijk is dat met mijn vader. Als ik met mijn broers en zussen over onze vader praat, valt mij op dat wij allemaal een ander beeld van hem meedragen. Ik realiseer mij, dat ik eigenlijk heel weinig van hem persoonlijk weet en dat ik hem niet echt gekend heb als vader. Toch denk ik zeker te weten, dat ik qua karakter en levensstijl op hem lijk. Ik weet nog goed dat ik vooral in het begin na zijn overlijden het vadercontact erg heb gemist. Ongetwijfeld zal hij zich ook bezig gehouden hebben met mijn puberteitsfratsen, hetgeen dan wat minder leuk zou zijn geweest. Opgroeiend als jong volwassene zoek ik als compensatie contact met mijn oom Piet en oom Joep, broers van mijn vader. Gelukkig staan deze er open voor en ben ik altijd welkom bij hen thuis om een avondje te komen bomen over van alles en nog wat. In mijn perceptie is mijn vader een beetje conservatief in zijn opvattingen en ook is hij een dominante man. Hij zal behoorlijk sterk invloed hebben willen uitoefenen op mijn keuzes in het leven. Maar omgekeerd, denk ik, zou ik ook invloed hebben uitgeoefend op zijn manier van denken en leven. Ik zou met hem gesprekken hebben gevoerd over het leven, over geluk en ongeluk, over geloof, over waarden en normen. Ik kan uit het bidprentje opmaken dat zijn grote droom in het leven is geweest, om vooral gezond te mogen zijn en een ‘normaal’ leven als vader in een groot gezin te mogen leiden. Hij heeft het allemaal niet mogen meemaken.

Ik ben nu zelf vader van een dochter en een zoon, dertigers inmiddels. Ik ben in de gelukkige omstandigheid dat ik niet alleen kan meemaken hoe zij opgroeien, maar ook hoe zij hun volwassen leven leiden. Mijn lief en ik volgen als trotse moeder en vader hun leven en proberen dat vooral op gepaste afstand te doen. Misschien wel omdat ik fulltimepensionado ben en meer tijd heb, lukt het mij lang niet altijd. Ik bemoei me dan teveel met hen. Gelukkig krijg ik op zulke momenten vrij snel op gedecideerde toon te horen, dat ik mij met iets bemoei, waar zij zelf over kunnen en willen beslissen. Ik sputter dan voor de bühne nog wat tegen met het argument: ‘Ik ben en blijf je vader en vind dat ik af en toe een goede raad mag geven’. Natuurlijk begrijp ik diep in mijn hart hun reactie. Ik weet ook zeker dat mijn vader zich zo naar mij zou hebben opgesteld, een tikkeltje dominant en duidelijk aanwezig.

En eerlijk gezegd voelt het meer dan heerlijk op zulke moment op mijn eigen vader te lijken….