‘En hij miekte me toch een schuuver,’ is een van die anekdotes die mijn lieve moedertje altijd met een stralende lach vertelde op familiefeestjes. Deze, op z’n plat Arnhems uitgesproken kreet is van mijn opa. Na het overlijden van oma in 1957 komt hij bij ons in huis wonen. Vanwege zijn komst verhuis ik weer naar een slaapplek op zolder. Op een vroege ochtend glijd ik uit op de steile zoldertrap, donder met luid geraas naar beneden en knal tegen de deur die pal onder de laatste trede zit. Als na enige seconden de deur opengaat, staat daar opa in zijn lange Jäger onderbroek en spreekt hij deze gedenkwaardige woorden. Gelukkig is dit goed afgelopen. Ik moet hieraan aan denken als ik vorige week in alle vroegte ineens weer van de trap afduvel en moederziel alleen onder aan de trap lig bij te komen van de schrik. De schade blijkt ook dit keer mee te vallen. Natuurlijk vervloek ik op dat moment die trap en mijn eigen onachtzaamheid. SAMSUNG CAMERA PICTURESDe traptreden zijn een beetje smal en ze lopen in een bocht. Ik moet gewoon goed opletten dat ik mijn voeten aan de brede zijde van de traptreden zet. Als ik dit verhaal zou vertellen in kringen van oudere mensen, hoor ik het sommigen al zeggen: ‘Waarom verhuis je niet naar een seniorenwoning, alles gelijkvloers en helemaal ingericht op ouder worden?’ Ons prachtige huis met drie woonlagen inclusief twee trappen is volgens onze eigen normen een oudervriendelijke woning. We hebben er jaren geleden bij een grote verbouwing rekening mee gehouden. Op de begane grond is een toilet met douche en daarachter een woonkeuken. Het huidige kantoortje aan de voorzijde kan slaapkamer worden. Dus, als de nood aan de man is, kunnen we permanent op de begane grond wonen. Het zou wel jammer zijn vanwege het prachtige uitzicht dat we hebben vanuit de woonkamer op de eerste étage. Echter een trapliftje kan redelijk eenvoudig geplaatst worden. Verhuizen naar een seniorenwoning is derhalve absoluut niet aan de orde. Daar komt nog bij, dat ik zeer kritisch sta tegenover al die specifieke woonvormen voor ouderen, met name de grootschalige wooncomplexen, soms al bedoeld voor 55plussers. Ontwikkelaars (en zorgorganisaties) spelen met deze – veelal naar binnen gerichte – wooncomplexen namelijk in op onze angst oud en krakkemig te worden, angst van de trap te vallen, angst voor eenzaamheid, angst dat je straks als het echt nodig is geen zorg kan krijgen. Ook wordt dankbaar ingespeeld op onveiligheidsgevoelens bij ouderen. Maar angst is een slechte raadgever. Op deze wijze trekken ouderen zich gemakkelijk terug, kruipen weg in hun eigen wereldje en raken mede daardoor sneller in een isolement. Dat is niet goed voor iemands weerbaarheid ten opzichte van het dagelijkse bestaan, niet voor het individuele welbevinden en dus ook niet voor de samenleving als geheel. Wat wonen en het daaraan gekoppelde welzijn betreft zou het een win-win situatie opleveren als er vooral op wijkniveau levensloopbestendig en oudervriendelijk gewoond en geleefd kan worden. Een wijk met gemixte generaties biedt ouderen gemakkelijker de kans te (blijven) participeren. De ouderen zelf zouden het ook vanzelfsprekend moeten vinden om zo lang mogelijk mee te blijven doen. Ikzelf noem mij gekscherend wel eens ‘werkende fulltimepensionado’. Ik wil nog graag, gewoon belangeloos, mijn expertise en ervaringskennis vanuit een nestrorrol ter beschikking stellen van de samenleving. Natuurlijk moet ik me wel bewust zijn van het feit dat mijn fysieke en mentale ontwikkeling meer en meer gaat haperen. Dat zal van grote in vloed zijn op het mee kunnen blijven doen. Maar onderzoek toont aan dat je deze neergaande ontwikkeling in normale situaties nog lange tijd positief kan beïnvloeden. Het op- en aflopen van de trappen in mijn huis zie ik daarom als dagelijkse training, niet alleen fysiek maar ook mentaal. Hoezo geen trappen meer durven lopen? Straks durf ik ook niet meer op een roltrap, op de fiets of met de tram. Bewust koop ik geen electrische fiets. Zware klusjes in en rond het huis doe ik als het enigszins kan zelf, maar wel met veel rustpauzes inclusief een middagtukkie. Wat sociale contacten betreft, blijf ik enthousiast investeren in oude en nieuwe contacten. En ja, vrijwilligerswerk blijft hardstikke leuk en zinnig, soms ook wel heftig.

Laat onverlet dat ik me wel even oud en zielig voel als ik hulpeloos onder aan de trap lig.