De laatste weken verplaats ik mij af en toe in de ‘gewone’ Griek. In enkele jaren tijd is hun hele dagelijkse bestaan qua inkomen overhoop geraakt met grote maatschappelijke en persoonlijke gevolgen. Het aantal zelfmoorden neemt toe. Honderden ambulance auto’s in Athene staan stil omdat er geen onderhoud meer gepleegd kan worden. Pensionado’s (ja, ja, de pensioenleeftijd is te laag) hebben tientallen procenten minder inkomen. Ambtenaren (ja, ja, er zijn er teveel) worden bij bosjes ontslagen en de overigen moeten eveneens heel veel salaris inleveren. De werkeloosheid (ja, ja, ze werken sowieso niet zo hard) onder oud en jong neemt met grote stappen toe. En het einde van al deze ellende is nog lang niet in zicht. De meeste ‘gewone’ Grieken voelen zich volkomen machteloos. De kleine groep rijke Grieken heeft zijn miljarden spaarpot veiliggesteld in het buitenland. Het principe van ‘ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken’ viert hoogtij. De EU landen hebben al voor miljarden hulp geboden en ook zij belazeren hun eigen achterbannen met de belofte dat alles terugbetaald zal worden. De verbijstering over deze gang van zaken wordt bij mij steeds groter. Niet alleen vanwege het dreigende bankroet van Griekenland, maar vooral vanwege de manier inclusief de toon waarop op politiek niveau, inclusief Griekenland zelf, met elkaar getracht wordt de ‘gewone’ Griek te redden. Redden betekent allereerst natuurlijk een goed plan waar de Grieken zelf in hoge mate achter moeten staan. Echter de situatie is zo allerbelabberdst, dat de ‘gewone’ Griek geen zuurstof meer heeft, geen energie, geen vertrouwen om überhaupt een eerste stap te zetten. Ik moet denken aan de situatie in ons ‘gewone’ doorsnee gezin in 1953. Ik ben dan 7 jaar. Op alle fronten is de nood in ons ‘gewone’ naoorlogse gezin zo hoog, dat de hulp wordt ingeroepen van een maatschappelijk werkster van de Stichting 1940-1945. Ons gezin telt naast moeder en een zeer zieke vader, 6 kinderen, de jongste is 1 jaar en de 7e baby komt er aan. Mijn vader is met een zeer zwaar gemoed weer naar het sanatorium in Davos vertrokken. Mede door alle spanning is precies op mijn verjaardag mijn broertje Angelo ruim 2,5 maand te vroeg geboren en na enkele weken al overleden. Een vreselijk drama. Voor zijn vertrek hoorde mijn moeder mijn vader af en toe hardop tegen zichzelf praten:’Als ik er straks niet meer ben, hoe moet het dan met mijn vrouw en kinderen?’ Het maandelijks inkomen bedraagt 320 gulden. Een spaarpotje is er niet. Maar de schuld stijgt. Mijn vader heeft natuurlijk geld nodig in Davos. Ook de geboorte van Angelo kost extra geld: 50 gulden dokter, 51 gulden kraamverzorgster, verplegingsartikelen 26 gulden, taxi e.d. kraamkliniek 30 gulden. Al deze kosten heeft mijn moeder toch weten te betalen. Maar er is nog een langere termijn kredietsituatie met de melkboer, de kruidenier en de schoenmaker, totaal 280 gulden. Mijn moeder, een sterke vrouw, loopt niet te koop met haar moeilijkheden. Toch kan zij op dat moment niet anders dan hulp vragen. En het is hartverwarmend om terug te lezen hoe deze maatschappelijk werkster écht helpt! Ik lees in het rapportje van 3 A4tjes: ‘Mevrouw Beke is het voorstel gedaan, gezien de emoties der laatste tijd eens met 3 kinderen vacantie te nemen in een vacantiehuisje op Ameland van de Stichting. Heel erg graag wilde ze hier gebruik van maken daar ze nog nooit met vacantie was geweest en zich toch wel erg slapjes voelde. Ze zou proberen de oudste drie kinderen bij familie te plaatsen. Deze vacantie zou haar geen geld kosten alleen de reiskosten en dit zou nog bekeken kunnen worden. Het Rudolf Ruysfonds zou een gedeelte der kosten voor de kinderen kunnen overnemen. Een verzoek hiertoe is gedaan voor aanschaffing van kleding voor de padvinderij, contributies. De uitzet van de Heer Beke ten behoeve van Davos – 300 gulden – zou mogelijk door Stichting kunnen worden overgenomen, waardoor mevr. Beke de gemaakte kosten kan afbetalen. Mevrouw Beke kan op deze wijze weer fris beginnen en zal zeker van haar kant door zuinig beheer de financiële toestand op peil trachten te houden. Een discrete hulp is zeer gewenst, daar de wijze waarop zij zelf de moeilijkheden het hoofd biedt, gestimuleerd moet worden.’
Chapeau voor deze ‘gewone’ maatschappelijk werkster A. Kuijpers. Alles hieraan klopt: haar toonzetting (vertrouwen uitspreken), haar insteek van de hulp (eerst bijkomen en energie opdoen, dan schulden oplossen) en het leggen op de juiste plaats van de verantwoordelijkheden (w.o. zelf zuinig zijn).
Nu nog Mrs Merkel, Mr Dijsselbloem en consorten…..
Geert.
Af en toe lees ik je memoires – je maatschappelijke betrokkenheid.
“De Grieken” – ach ja,………..beeldvorming.
De berichtgeving in de NL media is stuitend eenzijdig en gekleurd. De burger is slechts middel tot een “hoger doel”, de US of E en de macht. Niks nieuws onder de zon. Alleen de schaal waarop is anders. Wanneer je immers een leugen lang genoeg herhaalt, wordt het vanzelf waarheid.
Duitse en Engelse media zijn aanzienlijk kritischer – zie hieronder. Zonder Euro geen Brussel. En geo-politiek.
EUROVISIONEN
Historisches Fiasko: Die Euro-Zone zerlegt sich selbst
Deutsche Wirtschafts Nachrichten | Veröffentlicht: 28.06.15 03:01 Uhr | 9 Kommentare
Nach dem Chaos-Samstag bei den Euro-Finanzministern weiß niemand, wies es weitergeht. Die Euro-Zone präsentiert sich als Truppe von Dilettanten, die die Nerven verlieren und nicht verhandeln können – kleine Diktatoren, die zu zittern beginnen, wenn die Kofferträger den Raum verlassen. Man möchte von diesen Leuten nicht regiert werden.
Samstag, 27. Juni 2015, Tag der Wahrheit in Brüssel:
Die Euro-Zone zerlegt sich nach dem chaotischen Samstag selbst. Daran kann im Grund auch ein Machtwort Angela Merkels nichts mehr ändern: Der Schaden ist nicht wieder gutzumachen. Die Truppe, die sich in Brüssel traf, ist in einer erschreckenden Weise zugleich uneinsichtig und ahnungslos. Sie glauben ihre eigene Propaganda, sind restlos überfordert und kompensieren diesen Zustand mit einer gehörigen Portion Überheblichkeit. Doch das Pfeifen im Walde wird von den Wählern als das erkannt, was es ist: ein Zeichen der Schwäche.
Die zentralen Fehler:
Kein einziger Finanzminister hat auch nur den Funken einer Ahnung, wie es weitergeht. Die Euro-Gruppe ist kein Organ der EU. Es ist grotesk, dass Angela Merkel und die anderen Regierungschefs sich vor der Verantwortung drücken und die Euro-Gruppe vorschieben. Kanonenfutter nannte man das früher – und so zerzaust sahen die Minister am Samstag auch aus.
Die Finanzminister sind emotional geworden – da ist verheerend, weil man in Verhandlungen niemals die Nerven wegwerfen darf.
Die Finanzminister sind Technokraten, keine Politiker. Weil aber die Politiker zu feige sind, zu entscheiden, müssen die Finanzminister ran. Das hätten sie von Anfang an ablehnen müssen. Doch die meisten von ihnen gefallen sich in der Rolle der „grauen Eminenz“ – und haben zu lange gern die „Schattenregierung“ der Euro-Zone gespielt.
Die Finanzminister sind komplett überarbeitet. In der Euro-Zone ist alles so komplex geworden, dass die Technokraten nur noch die Hälfte verstehen. Sie haben keine Zeit mehr, um nachzudenken – oder Entscheidungen vorzubereiten. Sie müssen alle auf Englisch sprechen oder sind auf Übersetzer angewiesen. Das alles soll innerhalb kürzester Zeit geschehen – ist also unmöglich.
Die Finanzminister sind gewohnt, zu befehlen: Die meisten Regierungskollegen finden Zahlen lästig und sind dankbar, wenn ihnen der Finanzminister die Vorgaben gibt. Bei Griechenland geht es aber um Verhandlungen – da kommt man mit Befehlen nicht weit.
Die meisten Finanzminister haben nie im Leben in der realen Wirtschaft gearbeitet. Sie sind entweder Berufspolitiker, Parteikader oder ehemalige Interessensvertreter. Wolfgang Schäuble sitzt seit 40 Jahren im Bundestag. Was befähigt diesen Mann zu entscheiden, was die Wirtschaft in Griechenland braucht?
Die Finanzminister sind das schlechteste Gremium, um einen Kompromiss zu erzielen: Jeder Finanzminister muss an seinen eigenen Haushalt denken. Ihre Treffen sind die natürlichen Orte für den Konflikt.
Die Finanzminister haben die Lage des Gegners völlig falsch eingeschätzt: Viele sind Berufspolitiker und daher mit Intrigen bestens vertraut. Sie haben gedacht, wenn sie sich einreden, dass der von ihnen verachtete Ökonom Varoufakis in Ungnade gefallen sei, dann müsse es so sein. War es aber nicht – ein Anfängerfehler bei jedem Poker.
Die Finanzminister sind schlecht vorbereitet: Das Gefasel vom „Plan B“ ist ein Witz. Es gibt keinen Plan B. Der Plan B ist der Verlust von mindestens 340 Milliarden Euro an Steuergeldern. Schäuble weiß das genau: Im ZDF stotterte er ungewohnt intensiv und war heilfroh, dass Claus Kleber von der Sache nicht das Geringste versteht und daher nicht nachbohren konnte, als Schäuble ihm gerade gestehen wollte, dass es sehr wohl erhebliche Risiken im Bundeshaushalt gibt.
Die Finanzminister spielen in der Geldpolitik gegeneinander. Sie tun das hinter den Kulissen in der EZB. Es ist schon fast zum Erbarmen, wie Jens Weidmann die ELA-Kredite als Problem benennt. Weidmann weiß genau, dass ohne ELA der Crash schon da wäre. Trotzdem muss er dagegen sein, um den Anschein zu erwecken, dass die Deutschen streng sind. Die Italiener und Franzosen spielen sehr diskret.
Die Finanzminister haben alle schon ziemlich viel auf dem Kerbholz: Sie haben Milliarden verzockt, und wollen weiter Milliarden versprechen. Sie realisieren, dass die Wähler ihnen auf die Schliche gekommen sind. Sie können aktuell überhaupt nur schnaufen, weil ihnen die EZB mit den Niedrigzinsen und mit dem Gelddrucken den Rücken freihält. Sie kämpfen, wie alle Euro-Retter, um das eigene politische Überleben.
Trotz all dieser rational verständlichen Defizite ist es erstaunlich, welch erbärmliches Bild die Finanzminister in den vergangenen Tagen abgegeben haben. Man kann diesen Leuten nicht vertrauen. Sie vermitteln nicht den Eindruck, als wären sie Herr der Lage. Sie haben keine Taktik. Sie haben keine Strategie. Sie haben keinen Plan. Man möchte nicht von ihnen regiert werden.
Herwaardering maatschappelijk werk, gewoon gericht op het welzijn van de mens zelf, iets dat we vroeger wel eens diskwalificerend noemde ‘geitenwollensokken’. Geld is inmiddels het ultieme doel geworden i.p.v. welzijn. Het is hoog tijd voor een Europese Maatschappelijke Unie met ministers Maatschappelijk Werk tevens vice minister-presidenten.
Yep.
Maar ik reageerde alleen op het Griekenland/de Grieken/de EU onderdeel en de weinig kritische benadering door de (linkse én rechtse) NL media welke worden gevoed door diverse propaganda afdelingen en daarnaast afhankelijk zijn van publieke middelen.
Het welvaart/welzijn verschil is een ander, maar daarvan van bovenstaand afgeleid verhaal – en beperkt zich vanuit de politiek tot welvaart,…. maar niet voor iedereen.
De dictatuur van de “totalitaire democratie”. Tijd voor een nieuwe Magna Charta?