Kijk ik naar het schilderij kinderspelen van Pieter Bruegel uit 1560 dan zie ik kinderen als volwassenen in zakformaat. Het leven in die periode in Nederland is simpelweg een kwestie van zo snel mogelijk volwassen zijn en zo gauw je oud bent, doodgaan om in het hiernamaals gelukkig te zijn. Anno 2015 nemen we de tijd voor de verschillende periodes in ons leven en heeft elke generatie zo haar eigen uitstraling. Het leven zelf staat centraal. En dat heeft weer tot effect dat we nu in de tijd van het individualisme zitten. Ondanks dat individualisme verbaast het mij wel eens dat er steeds meer stereotiep groepsgedrag en uitstraling is. Ik zie dat bij jong en oud. Bij jongeren noemen we stereotiepen meestal hypes. Zo draagt iedere brugklasser ineens een rugzak, loopt een hele klas met dezelfde sneakers, of zie je overal ineens de grote koptelefoons op kortgeknipte hoofden. De uitslagen van de schoolexamens zijn er en overal zie je de Nederlandse vlag met schooltas aan de gevels hangen. Hele hordes jongeren sluiten hun schoolperiode vervolgens af met een weekje vakantie op Ibiza. De lenteperiode is nog niet begonnen of de eerste Rijncruiseschepen vol bejaarden varen Rotterdam binnen. Ik heb wel eens de idee dat hoe meer individualisme hoe meer stereotiepen er opduiken. Misschien valt het dan extra op? We hebben kennelijk de behoefte om toch ergens bij te horen en dat op de een of andere manier samen met gelijkgezinden zichtbaar te maken. Waarom ik hier nu aan moet denken, heeft te maken met het feit dat ik juist niet zichtbaar tot de groep ouderen wens te behoren. Ik wil me onderscheiden maar weet tegelijkertijd dat ik hoe dan ook bij de bevolkingsgroep ouderen hoor. In ieder geval wil ik voorlopig nog gewoon meedoen in de wereld van de werkende mens. Daarom vind ik het prettig om tegen anderen te zeggen dat ik weliswaar met pensioen ben, maar dat ik nu al maanden achter elkaar weer ‘gewoon’ aan het werk ben als tijdelijk waarnemer van de dominee/directeur van de Pauluskerk. Daarbij komt, dat ik van mijzelf weet, dat ik van nature altijd een tikkeltje recalcitrant wil zijn. Als het enigszins kan, positioneer ik mij tegenovergesteld aan de gangbare mores. Ik koop een nieuwe fiets, maar geen electrische. Zo werk ik gewoon door na mijn formele pensionering. Als ik dan vervolgens begin 2014 met mijn BV werkzaamheden stop, sta ik extra vroeg op en werk ik aan mijn fulltimepensionado blog. Via dit blog kan ik ook af en toe mijn recalcitrante houding nog eens extra uitventen. Qua uiterlijk heb ik het voordeel dat ik er nog niet als een bejaarde uitzie. Dat is overigens geen persoonlijke verdienste, maar het helpt mij wel. Vorige week sta ik te praten met iemand die ik 100% gepensioneerd inschatte. Hij blijkt pas 51 jaar te zijn. Mensen die naar mijn leeftijd vragen reageren bijna standaard met: ‘Dat zou je niet zeggen, je ziet er veel jonger uit.’ Nadeel is dat er niet een jonger iemand voor mij opstaat in een drukke tram of trein. Sterker nog, ik voel mij zelf verplicht op te staan voor iemand die er oud uitziet. Soms denk dan naderhand dat hij of zij misschien wel jonger is dan ikzelf. Ik vraag mij wel eens af, óf en wanneer ik mij eindelijk eens vol wijsheid overgeef aan de gangbare mores van mijn generatie? Bij al de commotie rond de FIFA de afgelopen weken moet ik telkens denken aan de leeftijd van Blatter. Hij is tien jaar ouder dan ik, negenenzeventig. Ondanks de grote oppositie tegen zijn persoon is hij zo eigenwijs dat hij toch nog gaat voor een nieuwe termijn van vier jaar. Dan, twee dagen na zijn herverkiezing zegt hij er alsnog mee te stoppen. Het zou mij niet verbazen als Blatter in de nacht na zijn verkiezing voelt dat hij van de ene dag op de andere ineens 10 jaar ouder is geworden. De altijd gespannen boog is geknapt en hij weet dat het wat werken betreft over en uit is. Gezichtsverlies is nauwelijks nog een issue. Het beeld van de persconferentie van Blatter inclusief zijn gekromde rug als hij door de zijdeur afgaat, spreekt boekdelen:
deze oude man is in twee dagen écht een oude man geworden……