De levensfase waarin ik nu vertoef is er een met een totaal ander perspectief op de toekomst dan alle vorige levensfasen. Soms wordt dat ineens heel duidelijk, zoals afgelopen week als er een brief van onze hypotheekverstrekker op de deurmat valt. We krijgen een aanbod voor verlenging van de hypotheek op ons huis. Tien jaar geleden toen wij dit prachtige huis in Rotterdam kochten, had ik zelf niet gedacht aan het feit dat ik straks aan het eind van de dertig jarige hypothecaire lening achtentachtig jaar zou zijn. Een leeftijd overigens die ik hoogstwaarschijnlijk niet eens ga bereiken. Maar nu tien jaar later dringt zich dat gegeven meteen op en speelt prominent een rol in onze gesprekken over deze hypotheekverlenging. Het is een confrontatie met de eindigheid van je bestaan. En of mijn lief en ik het nou leuk vinden of niet, we moeten er zo nuchter mogelijk over nadenken. Het heeft totaal geen zin om over onze eindigheid te gaan tobben. We moeten simpelweg een beslissing nemen, waar we allebei vrede mee hebt en waar we volledig achterstaan. De pas overleden Denker des Vaderlands René Gudde heeft in zijn toegepaste filosofie wel eens gepleit voor een efficiënte manier van tobben: ‘Wie het vraag- en antwoordspel niet beheerst, is gedoemd om als een kip zonder kop rond te rennen of als een kip zonder kop voor altijd te blijven piekeren.’ Een goede raad, zou ik zeggen, dus zo gezegd, zo gedaan! Over enkele jaren zal ook mijn lief de levensfase van de fulltimepensionado binnenstappen. Of dat over drie, vier of vijf jaar is, hangt vooral af van mijn gezondheid als begin zeventiger. Vanaf dat moment hebben we (hopelijk) voor de rest van ons leven een min of meer vast maandelijks inkomen bestaande uit AOW en pensioen. Het is dan prettig om vaste en zeer betaalbare woonlasten te hebben, zeker ook voor het geval een van ons komt te overlijden. De keuzeopties voor de renteperioden doen ons twijfelen tussen tien en twintig jaar. De rente is echter extreem laag en het scheelt maar enkele tienden procenten. Statistisch qua levensverwachting haal ik twintig jaar niet. Mijn lief, die behoorlijk wat jaren jonger is, heeft een grotere kans. Voor ons speelt ook de vraag of we nog één keer willen verhuizen in ons leven? Als we daartoe beslissen dan zouden we dat zeker gezien mijn leeftijd over niet al te lange tijd moeten doen. We hebben wel eens gezegd tegen elkaar, hoe fijn het zou zijn om in een mooi appartement te wonen in hartje Rotterdam: een appartement in de Markthal of in Calypso bij het Centraal Station. Heerlijke dynamische woonplekken waar allerlei voorzieningen binnen rollatorloopafstand zijn, zoals allerlei winkels, kroegen, restaurantjes en natuurlijk de Schouwburg, de Doelen en het filmtheater. Wij willen zo lang het kan, ook op onze oude dag blijven genieten van het leven in de grote stad. We zijn nu nog mobiel en fit genoeg. Maar zeker is, dat als een van ons (of beiden) minder mobiel wordt dan kan de afstand tot het stadscentrum misschien wel te groot worden. Anderzijds leven we in een tijd waarin oud worden een echte levensperiode is geworden met alles er op en er aan. Over tien jaar zijn er vast weer veel nieuwe mogelijkheden om nog beter en langer oud te kunnen zijn. Als alles goed gaat ben ik dan achtenzeventig jaar! Maar ik weet ook dat de risicofactoren van beperkingen nu nog gemiddeld rond het vijfenzeventigste jaar in hoog tempo toenemen. Dus, als ik die leeftijd haal of nog ouder wordt, hoe vitaal ben ik dan nog? Mijn fysieke en geestelijke ontwikkeling kan snel stagneren en/of achteruit gaan, zodanig dat de behoeften en wensen zich vooral naar binnen keren. De actieradius gaat zich dan beperken tot ons prachtige huis met tuintje, met – als de oogzintuigen het nog goed doen – uitzicht op een levendige Maasboulevard en op de drukke scheepvaart op de Nieuwe Waterweg. En wat, als een van ons dement wordt en de ander mantelzorger? Wat als…, wat als…, wat als…..? Een ding weet ik zeker: ik wil niet als een kip zonder kop maar blijven piekeren! Dus, wat mij betreft gaan we de hypotheek met twintig jaar verlengen en ja,
ik blijf ook na dit 100ste blog gewoon doorgaan met schrijven.
Hi Geert, als je gezond 65 wordt dan is de statistische kans dat je de 88 wordt meer dan 70%. Dus draai de bank een poot uit want ze hebben je al jaren financieel misbruikt voor hun graaicultuur en hebberigheid. Zeg dat je 100 wordt en een langlopende hypotheek wilt hebben tegen minimale rente (3,2% voor de komende 30 jaar). En vier het leven. Dan moet je natuurlijk niet onder een tram fietsen, de loopplank missen, het zebrapad aanzien voor een ijsbaan of je te veel laten inspireren door Somberman, het tobberige alter ego van Remco Campert (of Remko Kampert). Maar gefeliciteerd met je 100e blog. Ik adviseer je overigens om in de volgende 100 blogs te trachten over je eigen schaduw heen te stappen en de tobbererigheid in de tobbe te laten en de geest wat meer uit de fles te laten komen. Het is een feest om ouder te worden; het is een feest om opa en oma te zijn; het is een feest om nog een lief te hebben en lief te hebben, het is een feest om te kunnen schrijven; lezen, volkstuinder te zijn, boers te hebben en zussen. Dus schrijf meer over het vieren van het leven dan op het ongewenst wachten op het einde. En of je wel of niet een maatschappelijk toegevoegde waarde hebt bepaal je door je eigen doen en laten, denken en schrijven, zijn of afwezig. Anderen bepalen dat niet, hebben er slechts een oordeel over. Laat ze!
Jos Waals.
Jos, lijkt me een goed idee. En dan bedoel ik ‘het leven vieren’. Kijken of me dat vanaf blog 101 gaat lukken. Dank voor je tip(s).