Begin deze week is op de site van het Rotterdamse tijdschrift VersBeton onderstaand artikel over vluchtelingen geplaatst. Ik heb dit geschreven als voorzitter van de Pauluskerk Rotterdam.

Als Rotterdammers zijn we trots op onze haven. Wat we vaak vergeten is dat die haven is opgebouwd dankzij migranten. Zo speelden de Kaapverdianen een grote rol. Ze hadden het financieel slecht in hun eigen land, zochten voor zichzelf een betere toekomst en vonden die in Rotterdam. Ze werden met open armen ontvangen want onze stad moest opgebouwd worden. Velen van hen gingen in de haven aan de slag. Zo droegen de Kaapverdianen bij aan de groei en bloei van onze haven. Juist de openheid van onze stad en de kansen die ze kregen waren voor hen een stimulans om keihard te werken en zich in te zetten voor Rotterdam en voor ons land. De Kaapverdianen voelden zich welkom en hun kinderen zijn inmiddels gewoon Nederlanders zoals ikzelf ook ben. De Kaapverdianen die toen hartelijk werden ontvangen, noemen we vandaag de dag gelukszoekers. Ze komen uit de hele wereld, vooral uit werelddelen waar men in armoede leeft. Het zijn vaak voormalige oorlogsgebieden of landen waar dictators tientallen jaren de scepter zwaaiden. Op een verblijfsvergunning hoeven deze mensen vandaag de dag niet meer te rekenen. Een deel wordt daarom uitgezet en een ander deel verdwijnt in de illegaliteit. De cynicus zou zeggen: eerst pikten we hun land in tijdens de VOC-tijd. We roofden hun grondstoffen tot nota bene ver in de twintigste eeuw. Vervolgens haalden we hen na de Tweede Wereldoorlog hiernaartoe omdat we extra handjes nodig hadden, onder meer om onze haven op te bouwen. En nu ze zelf hulp nodig hebben noemen we ze klaplopers, profiteurs en illegalen. Nu ben ik geen cynicus. Maar ik wil de geschiedenis ook niet compleet negeren. Ik vind dat iedereen die in Nederland belandt en verblijft recht heeft op een zorgvuldig proces en een menswaardige behandeling. Het is de basis van een beschaafd land om dit te garanderen en niet te koppelen aan iemands juridische status. Voor mij persoonlijk als mens en burger van Rotterdam is het eigenlijk heel eenvoudig. Ieder mens kan pas echt mens zijn, kan pas leven als hij een eigen plek heeft, waar hij zich veilig en geborgen voelt. Van daaruit kun je de wereld in en aan. Of we het nu willen of niet: er leven in onze stad, net als in andere grote steden op de wereld, ook nog vluchtelingen zonder verblijfspapieren. Zij maken deel uit van de gemeenschap van mijn stad, vaak al jarenlang. Ze hebben soms jaren in allerlei ellenlange procedures gezeten. Soms krijgt ook de overheid deze mensen niet weg. Bijvoorbeeld omdat ze geweigerd worden door het land van herkomst. Maar wat de situatie ook is: het zijn procedures die onze eigen samenleving zelf heeft gecreëerd. Het is voor hen niet mogelijk om zelf een inkomen te verwerven. Nederland maakt het hen dus bewust onmogelijk zelf verantwoordelijk te zijn voor hun leven, hun huisvesting en hun toekomst. De meesten van hen overleven hier, tegen alle verdrukking in. Zij wonen bij vrienden of kennissen. En zij verdienen het allernoodzakelijkste geld. Vaak in los-vast-banen, met slechte of geen contracten, ergens aan de onderste rafelranden van de arbeidsmarkt.

Pauluskerk_front (1)Een klein aantal van hen komt in de problemen en zoekt hulp buiten de eigen kring. Bij organisaties zoals de Pauluskerk in Rotterdam. Ik kan u verzekeren: wie bij ons aanklopt heeft in de regel alle hoop en perspectief verloren. De Pauluskerk is voor velen de laatste strohalm. Ik ben een eenvoudige fulltime pensionado met een redelijk vast inkomen en zet me al meer dan dertig jaar graag in als vrijwilliger voor deze zeer diverse groep medeburgers in. Niet met als doel om slappe bakjes thee met ze te drinken maar om mensen in beweging te krijgen, in welke richting dan ook. Iedereen die een stap naar de toekomst wil zetten, heeft perspectief en een beetje positieve steun nodig, dat heeft de geschiedenis ons wel geleerd. Rotterdam is door de eeuwen heen migrantenstad geweest. Een stad waar mensen uit den vreemde welkom waren en steeds weer opgenomen werden in de gemeenschap. Die open houding heeft de stad nooit opgebroken. Integendeel.

Zie ook reacties op het oorspronkelijke artikel en ga naar http://www.versbeton.nl