Hoe houden we met elkaar onze leefomgeving en feitelijk de hele wereld leefbaar? De wereld komt steeds meer in al haar facetten dagelijks ons individuele leventje binnen. De goed nieuwsberichten, maar vooral de slecht nieuwsberichten overspoelen onze kleine hersenpan. Ieder weldenkend mens beseft dat de grenzen in onze wereld steeds meer vervagen en dat de globalisering onverminderd zal doorgaan. Hoe meer de wereld open komt te liggen, hoe zenuwachtiger we worden. We voelen ons bedreigd in de natuurlijke habitat van ons kleine welvaartsstaatje Nederland. Het is een logische en voorspelbare reactie. Voor mij en voor iedereen is vervolgens de vraag belangrijk, hoe hier mee om te gaan. Ik ben als eenvoudig individueel mens een voorstander van het spreekwoord ‘Verbeter de wereld, begin bij jezelf’. Voor mij begint dit leefbaar maken in mijn stad Rotterdam en dat is geen sinecure: een stad met 173 verschillende nationaliteiten, met meer dan 100.000 mensen die op of onder de armoede grens leven, met 20.000 vluchtelingen zonder verblijfspapieren, met 36.000 mensen in de bijstand, met een voedselbank waarvan op dit moment 6000 huishoudens gebruik moeten maken. Verbeter de wereld en toon compassie! Op verschillende plekken in de stad wordt hard gewerkt aan een leefbare stad voor iedere Rotterdammer. Een positief voorbeeld in Rotterdam Zuid is het nationaal programma Kwaliteitssprong Zuid: gemeente, woningbouwcorporaties, schoolbesturen, werkgevers en zorg trekken hier samen met elkaar op. Dialoog en solidariteit zijn de uitgangspunten. De eerste concrete resultaten worden zichtbaar: 146 scholen krijgen een fikse opknapbeurt, er komt een gymnasium bij en een nieuw kindcentrum in IJsselmonde. Om problemen beter en sneller op te kunnen pakken worden er zogenaamde Children ‘s Zones wijkteams ingericht, die gaan werken volgens een frontlijnaanpak. Via school kan een multidisciplinair wijkteam worden ingeschakeld om de problemen direct, integraal en zonder bureaucratie aan te pakken. Maar tegelijkertijd is er een nieuw college, inclusief een grote partij die zich ‘Leefbaar’ noemt, met een programma dat zwaar bezuinigt op het armoedebeleid en maatschappelijke opvang. Het motto van dit collegeprogramma klinkt helfhaftig: ‘Volle kracht vooruit!’ Want Rotterdammers zijn stoere mensen en die hebben een ‘kendoementaliteit’. Nu we de zorgmaatschappij aan het omvormen zijn naar een participatie maatschappij wordt vergeten dat mensen fundamenteel kwetsbaar zijn. Wie niet mee kan is een loser. We gaan er bijvoorbeeld van uit dat de meeste mensen die gebruik maken van de bijstand, dat te gemakkelijk doen en eigenlijk niet willen werken. Dus wordt een wet bedacht om deze groep hard aan te pakken, lees: financieel nog verder uit te kleden. Hoe dom kun je redeneren, denk ik dan! Zorg er met elkaar voor dat iedereen, jong en oud, de kans krijgt om te werken. Uit onderzoek blijkt dat 70% van de mensen die in de bijstand zitten ten onrechte beboet worden. Het leven van deze medeburgers wordt een nog grotere (schulden)ramp dan het al was. We willen niet horen dat de meeste mensen gewoon willen werken, geld verdienen en een dak boven hun hoofd willen hebben. De focus van veel (politieke) maatregelen is al jaren gericht op repressie, bedacht vanuit het gegeven dat ieder mens slecht is, niet te vertrouwen. Bijstandtrekkers zijn losers, pakken die groep! Ieder mens die een strafbaar feit pleegt is voor zijn leven een grote misdadiger: zo zwaar mogelijk straffen! Vietnam en Cambodja 360Vluchtelingen zijn gelukszoekers, profiteurs, weg ermee! We willen niet begrijpen dat als je met vrouw en baby in een gammel overbevolkt bootje de Middellandse zee op gaat, dat je meer dan wanhopig bent. Gelukzoekers, hoe bizar kun je denken over mensen die huis en haard verlaten om ergens geld te gaan verdienen om minimaal te kunnen overleven. Om te kunnen participeren in ons landje moet je wel je hele leven gezond, vitaal, sterk en dynamisch blijven. Zorg er voor niet tussen de wal en het schip te geraken op enig moment, want dan ben je de klos. Maar dat lukt heel veel mensen lang niet altijd en soms zelfs helemaal nooit. Het kan iedereen, ook u en mij overkomen. En dan mogen we blij zijn dat er medemensen met compassie zijn, die de wereld om hen heen willen verbeteren. En dat er overheden zijn die sociale vangnetten mogelijk maken en stimuleren, zodat deze mensen even bij kunnen tanken.

De participatie samenleving vraagt niet alleen om dialoog en solidariteit, maar evenzeer om compassie.