In mijn zoektocht hoe ik als fulltime pensionado mijn dagelijkse leven wil invullen, gebruik ik graag mijn eigen levensverhaal als referentiekader. Het mooie van ouder worden is dat je in staat bent de rode draden in je leven te zien. Het kan helpen je identiteit te versterken. Herinneringen kunnen daarbij een bron van kracht zijn in moeilijke tijden, maar evenzeer een energiebron om je huidige keuzes nog beter te maken. Het kan houvast geven bij momenten van ‘zelfonderhoud’, zoals ik in mijn laatste blog beschreven heb. Soms helpt een spreekwoord, een stukje muziek of zelfs een irritant kwetterende medereiziger om een bepaalde herinnering op te roepen. Zo zit er afgelopen vrijdag in het vliegtuig dat ons terugbrengt van New York naar Amsterdam een luid sprekende, licht hysterische dame. Bij de terminal heeft deze dame al de nodige stampij gemaakt. Na drie uur wachten mogen we het vliegtuig in. Echter ook daar duurt het nog ruim een uur voordat we opstijgen. Het is midden in de nacht en de meeste mensen zijn moe en gaar van het lange wachten. Bijna iedereen wil lekker rustig proberen te gaan slapen, maar dat kunnen we wel vergeten voorlopig. De dame ‘in kwestie’, die vlak achter ons zit, heeft onafgebroken zeer luidruchtig contact met twee jonge mannen naast haar (uit de Achterhoek te horen aan hun accent). Ondanks voortdurend gesis van andere passagiers om zachter te praten, kwekt deze dame door. Ik hoor haar vertellen dat zij uit Arnhem komt, 51 jaar is, al lang geleden gescheiden: ‘Wat moet je met een vent, die houdt je alleen maar kort’ en ‘Mijn ex is al weer twee keer daarna gescheiden’ en ‘Ik ben nu mijn eigen baas’. Haar hele doopceel wordt toegelicht en dan hoor ik haar zeggen dat ze vroeger veel is wezen stappen op de Korenmarkt in Arnhem. Bij deze laatste zin droom ik (gelukkig) weg in mijn eigen verleden. Ik ben tenslotte een geboren en getogen Arnhemmer.
De Korenmarkt staat in mijn kindtijd volgebouwd met oude pakhuizen. Velen ervan zijn beschadigd door het oorlogsgeweld, zoals feitelijk de gehele binnenstad van Arnhem. Ik zie en ervaar als kind en adolescent de wederopbouw van de stad. Zo rond mijn 16e levensjaar, het is dan 1962, verandert ook de tijdgeest. De jaren ‘sixties’ en ‘seventies’ komen er aan. De stad (en heel Nederland) is definitief ontwaakt uit haar oorlogsroes en overal in alle geledingen van de maatschappij zie je de nieuwe tijd zichtbaar worden. Natuurlijk zijn er ouderwetse cafés en drink- en eetgelegenheden, maar je ziet nu de eerste uitgaansgelegenheden voor de nieuwe naoorlogse generatie jongeren komen. Vlakbij de Korenmarkt aan de Rijnstraat komt het café de Beer en in de Duizelsteeg café de Buik voor de kunstenaars en intellectuelen, en daar om de hoek de Kameléon voor de scholieren die graag wat experimenteren met hasj en alternatieve muziek. Ik leer al snel de uitbaters en de medegebruikers van dit nieuwe uitgaanswereldje kennen. En dan, begin jaren zeventig, komen de eerste horeca avonturiers op de Korenmarkt en verbouwen de in onbruik geraakte pakhuizen tot prachtige kroegen, zoals Wampi Café en de Scarabee en niet te vergeten de broodjeszaak Tip Top. Het is een boeiende periode uit mijn leven, heerlijk zorgeloos, en veel plezier met vrienden en vriendinnen. In dit stapcircuit heb ik mijn grote liefde gevonden. Ook heb ik er een aantal goede vrienden tot op de dag van vandaag aan overgehouden. Tussen mijn 16e en 20e levensjaar ben ik vertrouwd geraakt met het ‘echte’ leven in een stad. Met al deze ervaringen op zak, hebben wij later onze eigen opgroeiende kinderen goed kunnen helpen om ook deze stap te zetten, nu in de grote stad Rotterdam. Deze herinnering doet me ook denken aan het feit dat voor mij sociale contacten zo belangrijk zijn. Ik ben sterk gericht op mensen en hecht veel waarde aan vriendschap en trouw. Ik zoek dan ook altijd mede ‘mensenmensen’ in mijn directe sociale omgeving. De waarde van die sociale contacten is een rode draad in mijn leven en bepaalt in hoge mate de zin van mijn leven. Daarom blijf ik nu als pensionado volop investeren in vriendschap en persoonlijke contacten; sterker nog, ik steek daar nog meer energie in, het is mijn levenselixer. Eerlijk gezegd ben ik tegenwoordig wel meer bang om dierbaren te verliezen. Het hoort bij de levensfase waarin ik zit, maar toch?
Ik weet dat verdriet onvermijdelijk is. Ik hoop dan, dat herinneringen een bron van kracht zullen zijn.
We zullen je missen….
reactie van mijn broer:
Mooi Geert!!
Ook interessant dat jij dat begin van de Korenmarkt aanzienlijk scherper hebt waargenomen dan ik.
Dan zie je wat een paar jaar verschil in leeftijd uitmaakt. En ook leuk dat je de moeite neemt / nam om zo uitgebreid te reageren op mijn commentaar bij je vorige blog.
Jullie zitten wel op het randje van de wereld. Het ziet er spectaculair uit.
Toch weer behouden teruggekeerd naar jullie wereldstad Rotterdam .
Misschien had die mevrouw in het vliegtuig vliegangst, maar jou herinneringen werden er wel door gevoed.