Als geboren en getogen Arnhemmer woon ik al weer vele jaren in Rotterdam, de stad waar mijn vader ooit geboren is, maar ook de stad die net als Arnhem in de oorlog vele littekens heeft opgelopen. Ik voel me dan ook erg verbonden met beide steden. Nu ik ouder word, vind ik het steeds belangrijker om ons collectief geheugen wat de 2e W.O. betreft actueel te houden. Zeker nu de wereld om ons heen weer veel geweld en onverdraagzaamheid laat zien. De oorlog lijkt lang geleden, maar voor mij zit er slechts één generatie tussen. Mijn ouders, getrouwd in 1943, hebben een echte oorlog meegemaakt met alle mogelijke ellende en verdriet. In september 1944 moeten zij hals over kop huis en haard achter zich laten. Een paar dagen daarna wordt het historische centrum van Arnhem bijna geheel platgebombardeerd. Tot overmaat van ramp loopt mijn vader in de oorlog tuberculose op en hij zal zijn hele verdere leven ziek zijn, om uiteindelijk op 51 jarige leeftijd te overlijden. Mijn leven in dit gezin moet van grote invloed zijn geweest op mijn levensloop vanaf mijn vroege jeugd tot heden.

Geboren een jaar na de oorlog groei ik op in een omgeving die nog tientallen jaren nasiddert van al het oorlogsgeweld en verdriet. Ik kan mij herinneren dat als de schuifdeuren van de kamer ‘en suite’ bij ons thuis dichtgaan er mensen op bezoek zijn, die met mijn vader napraten over de oorlog. Tegen ons als kinderen worden nauwelijks de echte oorlogsverhalen verteld. Ik ben vijftig jaar, als ik eindelijk serieus op zoek durf te gaan naar de verzetsactiviteiten van mijn vader. Ik schrijf een brief aan de Stichting 1940- 1945. Zij schrijven mij het volgende: ‘Uw vader was vanaf begin 1942 betrokken bij het vervalsen van bonkaarten, het vervalsen van persoonsbewijzen en het onderbrengen van onderduikers. Met valse papieren op zak als rechercheur bij de Nederlandse Spoorwegen, maakt hij vele reizen in de Achterhoek. Op deze reizen, waar hij altijd in de bagagewagen plaatsnam, heeft hij kou gevat die door verwaarlozing en spanning – hij was vanaf begin 1944 zwervende daar de S.D. een huiszoeking had verricht – is ontaard in een longinfectie.’ In dit schrijven wordt ook een kopie meegestuurd van een rapport dat een maatschappelijk werkster van de Stichting opmaakt van de situatie in ons gezin, het is dan 1953: ‘Bij een bezoek aan mevrouw Beke, kreeg men niet de indruk dat hier zes kinderen woonden. Het huis zag er keurig opgeruimd en verzorgd uit. Mevrouw loopt niet te koop met haar moeilijkheden en verwerkt ze zoveel mogelijk zelf. Volgens haar moeder en schoonmoeder vertelt ze die zelfs niet aan haar man om deze hierdoor niet zwaarder te belasten. Financiële moeilijkheden die ze had, heeft ze na enige aarzeling prijsgegeven. Haar grote angst was dat de kerk zich met haar zou bemoeien en dit wil ze persé niet.’ Het gezinsinkomen bedraagt dan 320,90 gulden per maand. image-2958740

Afgelopen maand september wordt op heel veel plekken in Nederland het begin van de bevrijding herdacht, nu zeventig jaar geleden: operatie Market Garden. Het is goed dat er veel aandacht aan besteed wordt, dat doet ook recht aan mijn ouders. Maar hier en daar bekruipt mij een onprettig gevoel en dan vooral bij enkele grootse herdenkingsbijeenkomsten. Het zijn spectaculaire voorstellingen, zoals de gevechten in Nijmegen bij de Waalbrug en de parachute landingen op de Ginkelse heide. De oorlogsstrijd wordt zo getrouw mogelijk nagespeeld. Duizenden mensen staan enthousiast te kijken. Het geeft mij een ongemakkelijk gevoel. Het is allemaal nog zo kort geleden. Op mijn netvlies komt het beeld van het Airborne kerkhof waar honderden 19/20 jarige gesneuvelde soldaten liggen, die in 1944 hangend aan hun parachutes uit de lucht zijn geschoten. Het is nu september 2014: de wereld om ons heen laat dagelijks oorlogsgeweld zien. We maken als Nederlanders van zeer dichtbij de aanslag op de MH17 mee. Vluchtelingen verdrinken voor onze ogen in de Middellandse zee. Syriërs en Koerden slaan op de vlucht voor oorlogsgweld. En we zien de wederom oplaaiende oorlog tussen Israël en de Palestijnen. Herdenken anno 2014 mag wat mij betreft veel ingetogener, dichter bij je zelf blijven. Herdenken is een kwestie van innerlijke beschaving, niet van oppervlakkig consumeren. Herdenken is stilstaan en je afvragen hoe verdraagzaam je wilt zijn en blijven, te beginnen in de stad waar je woont, in mijn geval Rotterdam. Een prachtige stad waar ik mag wonen samen met ruim 160 nationaliteiten.

ik raad iedereen aan de Abel Herzberglezing van de Amsterdamse burgemeester Eberhart van der Laan eens na te lezen: ‘Het mag knetteren en schuren, maar hoe blijven we verdraagzaam?’