De Westerse stam waar ik deel van uitmaak bestaat uit burgers en van die burgers wordt verwacht dat zij zo lang mogelijk in de samenleving inzetbaar zijn. Inzetbaar vooral voor werk, wel te verstaan, want werk is het hoogste goed dat de burger in mijn stam kan bereiken in zijn leven. Ik heb het onze koning deze week nog plechtig horen zeggen op de 3e dinsdag van september: ‘Mensen naar banen leiden is voor 2015 en daarna de belangrijkste doelstelling van onze regering’. In de VPRO gids lees ik een introductie op de themaweek ‘Alle tijd van de wereld’. Daarin staat een quote van de Engelse schrijver, denker en hippie Alan Watts: ‘Wij mensen hebben altijd haast. We willen zo snel mogelijk de vaardigheden en het ritme van werk omzetten in geld. Dan zo snel mogelijk naar huis, waar we kunnen beginnen met ons werkelijke leven, het onszelf vermaken en genieten.’ Mijn en uw leven als burger verloopt volgens het vaste patroon van een drietrapsraket: eerst 20 jaar onderwijs, dan 50 jaar arbeid en vervolgens met pensioen, niets doen, uitrusten of cynisch gezegd lanterfanten. Je tijd op aarde zit er bijna op en binnenkort word je drietrapsraket naar de hemel geschoten.
Ik zit nu in de derde en laatste fase van mijn brave burger bestaan. Ik heb weinig ervaring in mijn leven opgedaan met lanterfanten, daar ben ik nu dus druk mee aan het oefenen. Binnen de context van het burgerschap vind ik mijzelf een individueel, zoekend persoon, die streeft naar geluk en zin in zijn dagelijks leven. In dat levenslooptraject wil ik leren kunstenaar van mijn eigen bestaan te zijn of te worden. Een kunstenaar werkt permanent aan de ontwikkeling van zijn eigen kracht en het resultaat communiceert hij via zijn kunstwerken met de omgeving. De cultuur-filosoof Arnold Cornelis noemt ‘communicatieve zelfsturing’ de belangrijkste software van de mens in de 21ste eeuw. De individuele mens is vooral een psychisch, sociaal en cultureel wezen met eigen emoties, behoeften en uitdagingen. Het is de software, die deze mens maakt wie hij is. Deze software ontwikkelt zich gedurende de levensloop langzaam maar gestaag tot ver in de hoge ouderdom. Het mooie is dat je deze software je hele leven kan blijven ontwikkelen. In bepaalde levensfasen ben je soms heel specifiek met bepaalde software bezig. Ik duid die momenten als ‘even’ fulltime kind zijn, fulltime puber zijn, fulltime volwassene zijn, fulltime pensionado zijn. Het zijn momenten in je leven waarin je de kans moet krijgen en nemen om over de invulling van je dagelijks leven zélf na te denken en er bewust iets van te ervaren. Bij fulltime puberen bijvoorbeeld horen termen als vrijgevochten, hippie, love en peace, zorgeloos, gemakzucht, anti overheid, en natuurlijk lanterfanten. Dat lanterfanten, merk ik nu, heb ik als puber weinig ervaren en dus kunnen oefenen, vandaar dat ik er wellicht nu meer moeite voor moet doen. Bij de huidige dertigers valt op dat zij al vroeg in hun leven op zoek gaan naar de individuele waarden, waar ruimte gecreëerd wordt voor rust, zelfontplooiing en echte ervaringen. Bij mij is dat pas gebeurd rond mijn vijfenveertigste levensjaar. Ik denk dat de ontwikkeling van veel software in de huidige, zeer dynamische 21ste eeuw zich veel vroeger in de individuele levensloop afspeelt dan in de vorige eeuw. We kunnen er ook meer aandacht aan geven, omdat er op de ontwikkeling van de ‘hardware’ zulke gigantische vooruitgang in de wetenschap is geboekt vanaf de 2e helft van de 20ste eeuw. Een zeer goede gezondheidszorg maakt het leven op een bepaalde manier toch gemakkelijker en we leven veel langer.
Misschien is dat wel de ultieme oorzaak dat ik als fulltime pensionado alle tijd van de wereld kan en mag hebben om te lanterfanten of lekker te chillen….. zal de huidige dertiger zeggen.