‘Er was eens een koning, die samen met zijn mooie koningin, vriendelijk zwaaiend in de Gouden Koets naar het Binnenhof reed. Het was niet zomaar een dag, nee het was de derde dinsdag van september. De koning had het volk iets te vertellen. Gezeten op de troon in de Ridderzaal vertelde de koning met een ernstig gezicht dat de oudere onderdanen in zijn koninkrijk er de komende tijd financieel flink op achteruit zouden gaan. Zij hadden het jaren goed gehad en nu was het hun beurt. Het was binnen heel stil toen hij dat zei. Buiten stond een groep ouderen met spandoeken. Ze vonden het vervelend om daar te staan, want zij hielden veel van de koning en vooral van de koningin. Maar ja de koning moest datgene zeggen wat de regering wilde, dat hij zei. Dus waren ze boos op de regering of eigenlijk op de hele wereld, want goed voor ouderen zorgen was een kwestie van beschaving, toch?’

Geboren in 1946 maak ik het proces van opbouwen van de verzorgingsstaat tot het ontmantelen ervan op dit moment in volle glorie mee. Ons land, in wederopbouw na de oorlog, staat onder leiding van minister-president Willem Drees. Je mag zeggen dat hij verantwoordelijk is voor onze verzorgingsstaat. In 1956 wordt de Algemene Ouderdomswet van kracht. SAMSUNG CAMERA PICTURESDaar heeft mijn opa nog gebruik van kunnen maken. Meteen na het overlijden van mijn oma in 1957 komt hij bij ons gezin inwonen. Over het principe als zodanig is in de familie geen discussie, wel is er de vraag welke van zijn kinderen hem in huis gaat nemen. Dat wordt dus ons gezin met als ‘bijeffect’ dat mijn moeder gebrouilleerd raakt met haar zus. Opa krijgt de mooiste kamer en twee van de zes kinderen verhuizen naar de zolderverdieping. Zijn beroep is slager en hoewel gepensioneerd, werkt hij wel nog jaren in de slagerij van een bevriende relatie. Als opa in 1967 dement begint te worden, gaat het snel bergafwaarts. Gelukkig zijn er al wat verpleeghuizen in die tijd. Met veel moeite wordt hij opgenomen in het toenmalige verpleeghuis Regina Pacis. Ik zit dan op de kweekschool, die op hetzelfde terrein is gelegen. Een aantal malen per week loop ik even bij hem binnen. Ik denk niet dat hij mij herkent, wel voelt hij iets persoonlijks. Zijn standaardvraag aan mij is: ‘Ben je met paard en wagen?’ En mijn standaardantwoord luidt: ‘Jazeker opa, ze staan buiten op me te wachten.’ Samen met mijn allerliefste moedertje zitten we aan zijn sterfbed en houden zijn hand vast als hij zijn laatste adem uitblaast. In diezelfde periode dat opa bij ons in huis woont, worden overal in Nederland ineens grote complexen bejaardenflats uit de grond gestampt. Het is in onze beschaving niet meer gewenst dat ouderen bij kinderen in gaan wonen. En dan gaat het snel. In de jaren zeventig verschijnen de bejaardentehuizen met kleine kamers inclusief een kitchenette. We noemen ze ook wel rusthuizen. De zorgafhankelijkheid en de leeftijd nemen toe en de bejaardentehuizen worden in de jaren tachtig verzorgingshuizen. De namen van de verzorgingshuizen spreken boekdelen: De Meerpaal, Uitzicht, Huize Weltevree, Huize Eigen Haard. In Vlaardingen liggen vier verzorgingshuizen en een verpleeghuis vlak bij elkaar. In die jaren probeer ik als directeur van een van die verzorgingshuizen op de zorgboulevard ‘de dagelijkse rust te verstoren’. Ik ga het gevecht aan met de afhankelijkheid en de hospitalisatie. Soms lukt het, maar vaker niet. Nu begin 21ste eeuw in de fase dat ik zelf op weg ben naar hoogbejaard zijn, gaan we de verzorgingshuizen weer afbouwen. Het sprookje is uit!

Vernieuwing in de ouderzorg heeft lang in het teken gestaan meer vierkante meters en integrale zorg en zich gericht op de harde kant van zorgsystemen. De benadering en de inbreng van ouderen zelf is lange tijd onderbelicht gebleven, ondanks de wetenschap dat een zelfsturende oudere minder beroep zal doen op zijn omgeving. Zwaar zorgbehoevende ouderen kunnen ook straks nog naar een verpleeghuis, als zij dat wensen, en alle andere zorg kan en moet thuis geregeld worden. Thuiszorg, zelfstandig wonen, mantelzorg zijn de kernbegrippen voor ouder worden. Laat ik mij daar maar op gaan voorbereiden.

Het leven is nu eenmaal een trektocht met inzet van de eigen levenservaring en met inzet van ieders eigen, specifieke verantwoordelijkheid.