Wat wil je later worden? vroeg de juf.
Het was in de derde klas.
Ik keek haar aan
Ik wist het niet
Ik dacht dat ik al iets was.
Dit gedichtje van Toon Hermans krijg ik gisteren via email toegezonden van mijn hardwerkende lief, met als toegevoegde tekst: ‘Dit lijkt me leuk voor je blog.’ Het is een schot in de roos! Een eenvoudig gedichtje op het eerste gezicht, dat begint met een heel normale vraag ‘Wat wil je later worden’, wordt hier met één zin geplaatst in een prachtig filosofisch kader: ‘Ik keek haar aan, ik wist het niet, ik dacht dat ik al iets was.’ Het gedichtje raakt mijn gemoedstoestand waar ik al enige tijd in zit, nu niet als 9-jarig kind maar als 67-jarige pensionado. Toon Hermans slaat de spijker op zijn kop met dit gedichtje. Ik kan als fulltime pensionado niet meer automatisch terugvallen op mijn maatschappelijke status als werknemer of werkgever. Het gaat nu om mijn specifieke status als mens. Ik moet of ik wil of niet daar naar op zoek gaan en van daar uit een nieuwe, eigen plek in de samenleving verwerven. Een plek waar ik mij lekker bij voel en vooral mijzelf kan zijn. Het grootste deel van mijn leven heb ik vanuit een min of meer vaste structuur geleefd en aan mijn welbevinden kunnen werken: eerst in het gezin, toen op school en daarna al die jaren in mijn werk. In de dagelijkse context als pensionado valt deze vaste structuur weg voor mij en tegelijkertijd moet ik op zoek gaan naar ‘wat ik als pensionado wil worden’ of eigenlijk ‘wil zijn’. Ik zal mij, net als andere gepensioneerden, nu eens echt met mijzelf bezig moeten gaan houden.
Ik ben op zoek naar mijn eigen zijn in een nieuwe structuur, waar ik mij lekker bij voel. Belangrijk vind ik, dat ik er voor moet zorgen dat ik niet vereenzaam. Dat woord is erg beladen en klinkt negatief. Maar positief geformuleerd bedoel ik daarmee dat ik voldoende – voor mij betekenisvolle – sociale contacten houd. Ik werk daaraan in het volkstuintje waar ik sinds kort regelmatig vertoef. Ook hebben we met enkele vrienden een groepje dat ongeveer maandelijks bij elkaar komt en dan praten we over ‘van alles en nog wat’ in het leven. Ook ben ik sinds kort leerling vrijmetselaar in de hoop dat dit bijzondere sociale netwerk mij helpt bij mijn individuele ontwikkeling als mens. Daarnaast moet ik mij niet gaan vervelen. Dat wil zeggen dat ik nu op eigen kracht dagelijkse activiteiten moet gaan kiezen, zoals het schrijven van dit blog of klussen in het volkstuintje of vrijwilligerswerk doen in besturen. Dat is een lastige opgave, merk ik, omdat ik nog steeds behoefte heb aan een enigszins strakke dagindeling. Nu vallen er grote gaten in, die ik niet goed weet op te vullen. Tenslotte is voor mij van belang een optimistische toekomstverwachting te kunnen gaan duiden. En dat is niet eenvoudig met de eindigheid van het leven zo dichtbij. Ik moet soms denken aan theorieën uit de humanistische psychologie die zeggen dat dementerende ouderen in hun beleving wegglijden uit het heden en teruggaan in het verleden. De levensloop wordt als het ware omgekeerd, ze zijn weer het kind, dat allerlei onverwerkte conflicten en weggestopte angsten herbeleeft. Onveiligheid en onzekerheid worden dan de centrale gevoelens en dat is merkbaar in het gedrag. Absoluut geen prettig vooruitzicht.
Liever wil ik denken aan de pyscho-analyticus Erik Erikson, die samen met zijn vrouw Joan rond hun 90ste levensjaar nog prachtige studies en observaties hebben gedaan van hun eigen leven. Alles van hun leven valt samen: zij zijn stap voor stap in de hoge ouderdom geraakt, hebben telkens opnieuw een stapje hoger gezet op hun ontwikkeling als mens door: HOPEN, WILLEN, VERWACHTEN, KUNNEN, VERTROUWEN, LIEFHEBBEN, ZORGEN EN WIJS ZIJN. Een prachtig levensdocument integer en vol wijsheid: ‘The Life Cycle Completed’.
Ik realiseer mij dat ik met het blog ‘fulltime pensionado’ probeer mijn maatschappelijke status als gerontoloog om te buigen naar de toepassing ervan in mijn eigen specifieke status als mens en dat te delen met andere mensen.