Je hebt een nieuwe baan, of een nieuwe bestuursfunctie in een stichting of vereniging en je mengt je in een discussie over zaken die niet zo goed gaan. Iemand stelt een probleem aan de orde, je denkt er iets van te begrijpen en in je enthousiasme reageer je hoe jij denkt dat het beter kan. Dan komt er een reactie in de sfeer van: ‘Dat is niet nieuw, dat hebben we vroeger al eens zo gedaan, maar na een tijdje is het weer als een nachtkaars uit gegaan.’ Soms hoor je al aan de toon dat iemand het opgegeven heeft om er nog energie in te steken. Een gelijksoortige reactie, die mijn krullend haar rechtop laat staan, is in deze context: ‘Je moet het wiel niet opnieuw uit willen vinden.’ Hoewel ik dit type reacties onderhand wel gewend ben, roept het telkens opnieuw irritatie bij mij op. Ik voel dan de energie bij mijzelf en veel andere mensen wegstromen. En daar kan ik niet tegen. Vervolgens is het patroon dat ik mij vast ga bijten in deze discussie en door ga totdat er wel energie is ontstaan. Het moge duidelijk zijn dat dit vaak niet lukt en dat de sfeer van ‘zo gaat dat met alle ideeën nu eenmaal zo’ blijft hangen. In het uiterste geval noem ik mijzelf in dit type discussies dan hardop ‘een positieve doordrammer’.

SAMSUNG CAMERA PICTURESNu ik gepensioneerd ben, kijk ik meer dan ooit terug. Ik weet dat veel terugkijken ook met ouder worden te maken heeft. Meestal is terugkijken vooral iets van oude herinneringen ophalen, leuk om te doen met vrienden of familieleden. Echter terugkijken kan een belangrijke functie in je dagelijkse leven hebben. Het kan helpen je eigen kracht op te roepen waar je vervolgens iets mee kan in de huidige situatie. Professor Munnichs, de eerste gerontoloog in Nederland, spreekt in bepaalde situaties van terugkijken over ‘depasseren’. De oudere persoon leeft dan in zijn eigen hele kleine wereldje en laat de huidige tijd als het ware aan zich voorbijgaan. ‘Zittend achter de geraniums’ kan deze hoogbejaarde terugdenken en zelfs terugleven. Hij gebruikt dit verleden om de energie te halen waarmee voor hem de dag van vandaag weer naar tevredenheid kan verlopen. Zo bepaalt de hoogbejaarde min of meer in zijn eentje zijn dagelijkse geluk of tevredenheid. Op zo’n manier terugkijken is bijna van mystieke aard en voor weinig hoogbejaarden weggelegd, denk ik. Als ik wel eens de moed dreig te verliezen, dan helpt het mij om terug te kijken naar momenten in het verleden. Ik kijk dan wat ik van bepaalde situaties heb geleerd en alleen dat al geeft mij nieuwe energie en vertrouwen. Ik ben mij weer bewust van mijn eigen innerlijke kracht en daarmee kan ik het heden weer aan. Dit kan zich ook voordoen in werksituaties. De eerste keer dat ik een beleidsplan schrijf voor de basisschool waar ik als directeur aan de slag ga, geef ik het de titel ‘l’histoire se repète’. Ik ben 30 jaar en gebruik een ‘oubollig’ motto voor een beleidsplan waarin ik mensen uitdaag vanuit het verleden op zoek te gaan naar energie voor eigentijdse, creatieve en progressieve ideeën. Later als directeur van een zorginstelling gebruik ik deze titel nog een keer voor een beleidsplan en zet zo een proces in de organisatie in gang. In mijn huidige onderzoek- en adviespraktijk heb ik in een groot aantal organisaties met 45plussers gewerkt, altijd op zoek naar de eigen kracht en energie. Het is een leeftijdscohort dat vaak aan de kant gezet wordt, omdat het niet beantwoordt aan het gewenste beeld van de jonge, dynamische, flexibele werknemer. Ik daag de 45plusser in workshops persoonlijk en in groepjes uit terug te kijken om zo hun ervaringskennis in al haar breedte en diepte te herkennen en te erkennen. Ik laat hen bewust worden en ervaren dat deze kennis opgedaan in het dagelijkse leven, een wezenlijk krachtbron is die energie oplevert zowel in je werk als privé.

Laatst zegt iemand na een vergadering tegen mij: ‘Ik heb die discussies zo vaak meegemaakt, ik stop er geen energie meer in.’ Als je zo op allerlei dagelijkse dingen reageert, denk ik dat je snel achter de geraniums komt te zitten en dat wil toch niemand?