Op internet kom ik onlangs filmpjes tegen ‘De snijtafel’ geheten, waarin twee journalisten zeer kritisch, komisch en uitgebreid enkele gesprekken fileren uit het DWDD programma. Zij tonen aan dat de interviewer in zijn communicatie al van te voren heeft bepaald waar het gesprek naar toe moet gaan. De interviewer is in hun ogen vooral gericht op ‘mooivinders’ en ‘allesvinders’. Daardoor vindt er oppervlakkige communicatie plaats, zeggen de journalisten. Dat is op zich niet erg, maar je moet niet pretenderen dat het een cultureel programma is, dat een open mindset heeft en van daaruit diepgaande gesprekken voert. Je zet mensen dan op het verkeerde been en op den duur werkt dat uithollend.

Juist in onze huidige tijd van enorme versnelling van kennis en kunde zie en hoor ik te weinig verdiepende communicatie. Het lijkt ook of we steeds slordiger gaan communiceren omdat we proberen alles snel te verklaren en te plaatsen. We kiezen het grootste deel van de dag voor one liners, korte inhoudelijke onderwerpen, thema avonden van slechts anderhalf uur en ga zo maar door. Zeker met de opkomst van de sociale media ontstaat er ook meer en meer een eigensoortige communicatie: een communicatie om de communicatie, die uiteindelijk nergens meer over gaat. Het is voor mij persoonlijk belangrijk alert te zijn op goede communicatie, want het is een essentieel element in het zoeken naar de zin van mijn dagelijkse bestaan, of het vinden van mijn ‘gelukzaligheid’, zoals de Griekse filosoof Aristoteles het noemt. Wederom pleit ik in mijn blog voor meer aandacht voor de filosofie. De twee kritische journalisten in het filmpje ‘De Snijtafel’ kennen hun klassieken. Zij weten waar ze het over hebben als zij woorden gebruiken als ‘existentialisme’. Zij weten dat Plato al bezig was met communicatie en mensen met elkaar van gedachten liet wisselen aan de hand van concrete situaties. Plato is de man van de dialoog. En zij kennen ook Socrates. Sterker nog, zij stellen zich als journalisten letterlijk op als zodanig. Socrates stelt communicatie centraal. Hij stond altijd ergens op een drukke plaats te filosoferen en onder de luisteraars waren dan mensen van allerlei pluimage: afluisteraars, achterdochtigen, slimmeriken, betweters. En Socrates toetste dan zijn denkbeelden met hen. Hij daagde zijn luisteraars uit mee te denken om zo gezamenlijk het waarheidsgehalte te helpen onderzoeken. Zijn thema’s waren deugden als rechtvaardigheid, zelfbeheersing, vroomheid, dapperheid en wijsheid.

Ooit als puber heb ik op de middelbare school even mogen ruiken aan deze grote filosofen en dat voelde toen goed. Nu als pensionado komt de behoefte aan filosofie weer sterk op en ik merk dat het helpt bij mijn zoektocht naar dagelijkse ‘gelukzaligheid’. Ik denk overigens ook dat onze samenleving gebaat zou zijn bij politici, CEO’s, programmamakers, acteurs, actrices en journalisten die kennis hebben van en zich laten inspireren door de grote filosofen der aarde. Wie weet levert ons dat enkele charismatische leiders op.

DSC04840Ik ga nu een weekje ‘gelukzaligheid proeven’ aan het Spaanse strand en neem mee om te lezen: twee romans, een thriller en twee boekjes met inleidingen over de grote filosofen Plato en Levinas.