SAMSUNG CAMERA PICTURESHet valt ook deze vakantie aan de Spaanse kust weer meteen op: ik zie heel veel oude mensen op straat evenals jonge en oudere gehandicapten. Dagelijks bewegen velen van hen zich schuifelend voort richting buurtsuper en café. De een lopend achter een klein boodschappenkarretje dat tevens dienst doet als rollater, de ander hangend aan de arm van een jongere vrouw of weer een ander hangend in een te grote rolstoel. Op het hoekje bij de buurtsuper is natuurlijk een café met terras. Ons vakantie appartement is in deze levendige buurt en elke dag ontbijten wij op dit terrasje met een croissantje en koffie en thee. Alle zeven dagen van de week speelt zich daar voor onze ogen hetzelfde ritueel af. Aan de ene kant van het terras gaat een groepje oude vrouwen zitten en aan de andere kant een groepje oude mannen. Wat opvalt is, dat de vrouwen alleen maar met elkaar kletsen. De mannen doen een gezamenlijk spelletje, waarbij overigens veel gelachen en gekletst wordt. Regelmatig komt er bij het vrouwengroepje iemand langs schuifelen, die even blijft praten. De hele buurt, inclusief de bedelaar, zie je dagelijks voorbij komen. Regelmatig schuift een groepje mensen met aktemappen onder hun arm aan een tafeltje om daar even iets te drinken en te bespreken. Verder loopt er voortdurend iemand voorbij die iets af te leveren heeft bij de buurtsuper. Op de korte route van ons appartement naar dit terrasje worden veel honden uitgelaten op de kleine plantsoenen waar overal op de vele bankjes altijd wel een paar mensen met elkaar zitten te praten…..kortom een zichtbaar levendige buurt.

Natuurlijk is in een land als Spanje het klimaat aantrekkelijk genoeg om vooral buiten te leven. Maar wat opvalt is de natuurlijke wijze waarop in deze buurt jong en oud, gehandicapt en niet, werkend en werkeloos, arm en rijk dagelijks hun sociale contacten in stand houden. In Nederland hebben we decennia lang gedacht dat het voor de sociale contacten goed zou zijn als bijvoorbeeld hulpbehoevende oudere mensen samen onder één dak gaan wonen. In Rotterdam heeft Humanitas in de jaren 80-90 op diverse plaatsen in de stad zeer grote complexen ouderenwoningen ontwikkeld, met restaurants, activiteitenclubs en zelfs een museum. En we zijn verder doorgeschoten in dit denken, want we bouwen bewust vinex wijken, slaapsteden, yuppen wijken, allochtonen wijken, woonboulevards, outlet paradijzen, megasupermarkten en industriewijken langs de snelwegen. Elk onderdeel van ons dagelijks leven speelt zich inmiddels af in afzonderlijke, los van elkaar gebouwde eenheden. En het houdt niet op. Afgelopen week komt in Rotterdam de partij met de naam ‘Leefbaar’ op het idee van een ‘Bakfietsenwijk’, zoiets als jonge gezinnen in de binnenstad. En als oplossing voor overlastgevende burgers wil deze partij een ‘Tuigdorp’ oprichten. Dit alles onder het motto ‘niet lullen, maar poetsen!’  In heel veel steden en dorpen zijn wij er zo in geslaagd om onze natuurlijke sociale habitat behoorlijk te ontwrichten.

Ik ben in het diepst van mijn zijn een sociaal wezen en alleen daarom al voorstander van ‘eerst lullen en dan poetsen’. Zo is ook gedacht in Amersfoort waar in het kader van de gemeenteraadsverkiezingen een zogenaamde G1000 heeft plaatsgevonden. Dit is een evenement waarop duizend inwoners discussiëren over verbeteringen in hun stad. Het idee van deze stadsgesprekken is van de Belgische schrijver David Van Reybrouck. Of zoals in Vlaardingen waar alle wethouders als extra portefeuille een eigen wijk als aandachtsgebied hebben toegewezen gekregen.

Zittend op het bankje voor mijn huis besef ik dat mijn leven vooral zin heeft als ik dagelijks de nodige sociale contacten kan hebben. In mijn woonwijkje zijn een aantal plekken gecreëerd waar kinderen buiten kunnen spelen en er is een voetbalplek voor jongeren. Verder is er geen enkel centraal ‘verzamelplekje’ voor wijkbewoners: geen winkeltje, terrasje, bankje of wat dan ook. Oh ja we hebben nu gebiedscommissies, een soort gemeentewijkraad waar we terecht kunnen met dit soort sociale vraagstukken, geloof ik.