Ruim een maand geleden vinden de gemeenteraadsverkiezingen plaats en binnenkort komen de Europese verkiezingen. Het circus rond verkiezingen verloopt al vele decennia volgens hetzelfde patroon: ongeveer twee weken vóór de verkiezingen rollen politieke partijen over elkaar heen, zoeken de hypes, de publiciteit en discussiëren daarbij op basis van one liners. Zo gauw de stemmen zijn uitgebracht verdwijnt het circus binnen een week weer in de luwte en de kater blijft over. Ik merk dat ik politiek afhaak en helaas met mij nog vele anderen en dat stoort me oprecht. Waar zit de energie in onze samenleving om deze platgetreden politieke paden te slechten. In onze geïndividualiseerde maatschappij zou toch genoeg denkkracht en daadkracht te vinden moeten zijn? Wie durft het aan om eens echt ‘out of the box’ te denken en te handelen. Een zeer belangrijk politiek thema ligt op dit moment voor het oprapen: de invoering van de nieuwe zorgwet.
Hoe dan ‘out of the box denken en handelen’ in de discussie over de nieuwe zorgwet? Nog geen drie weken geleden is er in Nederland een zogenaamde G8 filosofen debat, een initiatief van Filosofie Magazine, Human en Hivos. De G8 streeft ernaar om grote maatschappelijke en ethische conflicten van deze tijd met denkkracht te bevechten. De aanwezige filosofen zijn: Peter Sloterdijk, Damon Young, John Gray, Chantal Mouffe, Zygmunt Bauman, Benjamin Barber, Markus Gabriel, Aziz al-Azmeh en Sophie Oluwole. Eén van hen, Benjamin Barber, heeft een boek geschreven met de titel ‘If mayors ruled the world’. Barber is absoluut geen dromer, integendeel, hij is jaren adviseur geweest van de Amerikaanse president Bill Clinton. Zijn stelling luidt dat landen en grotere verbanden te log zijn en daardoor niet in staat om grote vraagstukken adequaat op te lossen. In zijn filosofie staat daadkracht en denkkracht centraal en die combinatie vind je vooral in de steden. Hij haalt diverse voorbeelden aan waarin steden met elkaar verbanden aan gaan om bijvoorbeeld te komen tot een beter concept van stedenbouw, of om de bestrijding van de opwarming van de aarde. Een totaal andere invalshoek hanteert de Afrikaanse filosofe Sophie Oluwole als zij betoogt dat de politiek juist ruimte moet geven aan irrationaliteit en emotie, zoals die te vinden is in de orale en literaire Afrikaanse cultuur.
Beide stromingen zijn bruikbaar in de zorgdiscussie. De overheveling van allerlei zorgtaken naar de gemeenten is bij uitstek een onderwerp van grote maatschappelijke waarde. In plaats van te blijven redeneren vanuit angst mogelijk iets te verliezen, kunnen we juist de kans aangrijpen out of the box te gaan denken en zo te zoeken naar een goed functionerend zorgsysteem dichtbij en samen met de mensen. Je kunt dan aanhaken bij eerder genoemde filosofen Barber en Oluwole. Benut de daadkracht en denkkracht van de steden en pas dit toe op dit terrein van zorg. Ga als steden nationaal en internationaal op zoek naar elkaars best practices en maak samenwerkingsverbanden. Betrek daar de universiteiten van deze steden bij, evenals allerlei private zorgondernemingen. Leg tegelijkertijd je oor te luister bij de burgers, de gebruikers van de zorg, en neem de verhalen die zij vertellen serieus. Laat al dat oude politieke, Haagse gezeur maar over aan Pauw en Witteman. Burgemeesters moeten nu het initiatief nemen in de discussie over de nieuwe zorgwet en de komende maanden samen met de raad, relevante private ondernemingen en de burgers werken aan een nieuw, eigentijds zorgvoorzieningen pakket.
Benjamin Barber typeert de rol van de burgemeester als volgt: ‘Of hij nu democratisch is gekozen of is benoemd, een burgemeester heeft een aantal karaktertrekken. Zo is hij pragmatisch, geen ideoloog. Hij wil problemen oplossen, of hij nu socialist, christen of conservatief is. Hij moet het huisvuil en de sneeuw laten opruimen, anders krijgt hij problemen. Hij moet illegale kinderen onderwijs en zorg verschaffen. Burgemeesters zijn of worden echte jongens van de stad.
Hi Geert, in de typering van Benjamin Barber over de rol-(len) van de burgemeester kan ik mij deels vinden, Het ware beter als hij er nog enkele rolpatronen aan toegevoegd had zoals “boegbeeeld”, “verbinder” en “aanvoerder”. Amerikanen kunnen nog veel leren in en van de oude wereld.
Dat gepraat over de decentralisatie van zorg is gevul van krant en andere media zonder enige adequate inhoud. Ter zake. 35 Jaar geleden was het de normaalste zaak van de wereld dat de gemeente de zorg verleende, dan wel coördineerde. Ik weet dat zo zeker omdat ik 35 jaar geleden al burgemeester was. De gemeentelijke autonomie leidde ertoe dat er een meer dan genuanceerde verschil in zorg was tussen de verschillende gemeenten. Al naar gelang de politieke samenstelling van het college en raad deed de ene gemeente meer en de andere minder. De linkse ideologen uit eind jaren 70 en begin jaren 80 vonden dat het allemaal gelijker moest zijn en minder afhankelijk van de lokale politieke verhoudingen. Dus werd de zorg stap voor stap bij de gemeenten weggehaald. Jeugdzorg ging naar de provincies, die daar overigens nooit iets van begrepen hebben; er kwamen idicatiecommissies van deskundigen die bepaalden of er zorg behoefte was en in hoeverre die er was. Op basis van een soort puntensysteem dat sterk overeenkwam met de niet te begrijpen wetten van het cameralistische boekhouden van banken dat leidt tot fraude en groot graaien. Dat zag je ook bij de ontwikkeling van de zorg. Na de idicatiecommissies en introductie van de marktwerking ontstonden Molochs van zorgaanbieders en zorgverdelers. Eenvoudige teamleiders van lokale kraamcentra en kruisverenigingen werden ineens directeur tegen markt conforme salarissen waar ze alleen maar van konden dromen en ze zorg werd gekwantificeerd per minuut. En voor ieder probleem dat zich in de maatschappij voordeed had de zorginstelling wel een antwoord in de vorm van een manager die met een team het probleem analyseerde, handvatten maakte voor een oplossing om vervolgens voor veel geld de eigen ideeën uit te werken en uit te voeren. Dat liep dus goed uit de hand en er bleken steeds meer zorgvragers te zijn die hetzij qua persoon hetzij qua zorgvraag niet geholpen konden worden. Zorg mijdende zorgvragers en weet ik wat voor andere kwalificaties het systeem ontwikkelde om aan te geven dat ze niet konden bieden wat gevraagd werd. En sinds eind jaren 90 ontstond er een parallel circuit van zorgverleners, weer onder regie van de gemeenten en meestal betaald uit gelden in de sfeer van al dan niet integrale veiligheid. Maar die geldstroom droogde op op het moment dat er terecht werd besloten de veiligheid onder te brengen in Veiligheidsregio’s. Veiligheidsgeld werd één op één doorgesluisd naar de nieuwe veiligheidsregio’s en er ontstond lokaal weer een zorgprobleem omdat er geen geld meer was. Wat werd dan betaald uit veiligheidsgelden? o.a. Straat- en gezinscoaches; huiselijk geweld coaches, drugs- en alcoholverslaafden werd begeleid; zwerfjeugd en dit is geen limitatieve opsomming.
De oplossing werd gevonden in het decentraliseren van de totale zorg naar de gemeenten en de sinds 80/90 opgebouwde enorme overhead van de markt conforme zorgaanbieders werd wegbezuinigd. Prima plan. Teneinde te voorkomen dat het probleem van eind jaren 70, een meer dan genuanceerd verschil in zorg tussen de verschillende gemeenten ( toen 650, nu nog ca. 400) zijn de de drie decentralisatie wetten een aantal kwaliteitscriteria opgenomen en is een eind gemaakt aan de economische wildgroei van de sociale werkplaatsen, waar meer mensen zonder dan met een handicap werkten. Prima dus. De meeste gemeenten beschikken over een prima kader en prima organisatie om de gevraagde zorg te verlenen. Het debat daarover wordt dan ook uitsluitend gevoerd door de landelijke politiek en groepen van zorgvragers die denken dat zeer minder van worden. In het hele debat, en ik lees drie kranten per dag plus nog wat andere media, hoor je niet of nauwelijks een geluid van een of meer gemeenten, Zelfs de VNG houdt zich opmerkelijk rustig. Gemeenten kunnen het dus prima, op maat en schaal en naar lokale behoeften. Dat hebben ze met uitzondering tussen 1995 (nieuwe Bijstandwet) en 2014 ook altijd gedaan.
Daarom heeft een debat geen zin en komt het er ook niet. En jij zou beter moeten weten dan dat zomaar roepen. En anderzijds, op de vierkante centimeter zal er best eens wat mis gaan en komt de jankende-rollator-wandelaar met incontenentieproblemen zeker uitgebreid in het nieuws omdat hij de verkeerde luiers heeft gekregen die niet in zijn rollator mandje passen. Ach, dan hebben de media ook weer wat vulling en het houdt de overheid ook scherp.
Tot10 mei voor de gele paprikasoep met basilicum en feta; asperges Limbourgois traditionelle en veel aardbeien met slagroom. De wijn ligt al te chambreren.
Jos.