Op een feestje afgelopen zaterdag heb ik een interessant gesprek met iemand over hoe ieder in het pensionado leven staat. Mijn gesprekspartner is van jongs af aan bezig met muziek en heeft daar zijn beroep van gemaakt. Na zijn pensionering is hij gewoon verder gegaan met muziek. Hij zegt: ‘Het enige verschil met daarvoor is, dat ik nu meer zelf kan bepalen welke muziek ik speel. Daardoor kan ik er nog meer van genieten!’ Op mijn beurt vertel ik hem dat de rode draad in mijn leven ligt in het actief zijn in het sociale domein: eerst kinderen, dan volwassenen in het kader van integratie, vervolgens hoogbejaarden in de zorg en oudere (45+) werknemers. Nu, na mijn pensionering richt ik mij vooral op mijn directe woon- en leefomgeving. Een belangrijke bezigheid is het stimuleren en organiseren van ontmoetingen tussen wijkbewoners. We beëindigen ons gesprek met de constatering dat het een groot goed is dat de meeste mensen in ons land na hun pensioen grotendeels eigen keuzes kunnen maken over wat ze voortaan gaan doen.
Als kind heb ik van dichtbij meegemaakt hoe mijn opa oud geworden is. Hij komt na het overlijden van mijn oma bij ons in huis te wonen, het is 1957. Hij is tegen de 70 jaar en trekt van Drees. Zo heet dat in die tijd. Bejaardentehuizen zijn er nauwelijks en mijn moeder vindt het haar plicht om voor haar vader te zorgen. Eigenlijk kan die zorg er niet meer bij. Met veel kunst en vliegwerk bestiert zij haar gezin met zes jonge kinderen en een altijd zieke man. Opa is slagersknecht van beroep, heeft geen hobby’s en wil ook niets anders. Dankzij een lieve, bevriende slager mag hij een beetje doorwerken. De eigenaresse haalt hem een aantal ochtenden in de week op met de auto en brengt hem later op de dag weer naar huis. Hij krijgt wat losse klusjes, zoals worsten maken. Voor ons gezin is het voordeel dat hij wekelijks als beloning vlees mee naar huis mag nemen. Normaal gesproken kunnen we dat niet betalen. Na verloop van tijd wordt het werk te gevaarlijk. Hij kan de hakmessen steeds minder goed hanteren en snijdt zich meer dan eens heftig diep in zijn handen. Hij moet er mee stoppen. Vanaf dat moment gaat het snel bergafwaarts met zijn gezondheid, vooral geestelijk. Hij wordt dement. Met veel moeite is het ons gelukt hem in een verpleeghuis op te laten nemen, waar hij nog een jaar heeft vertoefd.

Hoe anders ziet het pensionado-zijn er anno 2020 voor mij en mijn lief uit. We hebben er een levensfase bij gekregen. Dankzij de AOW en een pensioen kunnen mijn lief en ik er onze eigen vorm en inhoud aan geven. Zelfs kunnen we andere talenten ontwikkelen dan voorheen: tuinieren in ons volkstuintje, vrijwilligerswerk doen in de Huiskamer in de wijk, schrijftalenten gebruiken voor een blog. En nog mooier: we kunnen heerlijk opa en oma zijn voor onze lieve kleindochter op de tijd die we onszelf toe bedelen.
Waar we wel rekening mee moeten houden in deze levensfase is het feit dat onze fysieke en psychische gesteldheid achteruitgaat, daar kunnen we niet om heen. ‘Wat als ik niet meer met mijn handen de toetsen van het orgel kan bespelen, of met mijn vingers niet meer in de tuinaarde kan wroeten? Wat als in mijn contact met anderen mijn hersenen minder goed gaan functioneren?’
Om dat nieuwe leven na je pensioen hoopvol in te gaan en goed vast te houden is je geestelijke gesteldheid erg belangrijk. Als het wat moeilijk gaat, denk ik wel eens terug aan lastige momenten in mijn leven en dan met name hoe ik toen gehandeld heb. Terugkijken geeft mij dan vertrouwen in mijn eigen kracht. En die kracht kan mij helpen om de dagelijkse balans te bewaken. Ik hoop dat mijn geestkracht sterk blijft, ook als mijn algehele gesteldheid erg achteruit gaat.


De komende maanden ligt er voor mijn lief en mij een welkome uitdaging. We zijn druk bezig met het maken van een verbouwings- en inrichtingsplan. Het geeft enorm veel plezier en energie. Ik merk tegelijkertijd dat ik al iets van een afscheid aan het nemen ben van onze huidige woning. Ineens ga ik plekken in huis zien die eigenlijk een opknapbeurt nodig hebben. Ook ben ik mij geestelijk aan het voorbereiden op het wonen in een appartement waar alles gelijkvloers is, behalve de hoofdentree. Altijd heb ik gewoond in een huis met een brievenbus bij de voordeur. Ik neem mij voor, straks bij het opstaan, eerst mijn joggingspak aan te trekken om de ochtendkrant op te halen uit de brievenbus in de centrale hal. En ja……we komen te wonen op de derde verdieping, dus ga ik niet de lift pakken, maar de trappen. Ik kan niet wachten…..
Dit jaargetijde is het moment om te mijmeren over het leven, liefst niet somberen. Ik laat de titel van mijn laatste blog ‘Elke dag, een nieuwe dag’ nog eens de revue passeren. Ik zou dat eigenlijk willen vervangen door ‘pluk de dag’. Dat hoort een beetje bij het pensionado zijn, vind ik. De werkagenda is niet meer bepalend voor de invulling van de meeste van de 365 dagen per jaar. Je gaat sowieso meer nadenken over jezelf en de zin van het leven. Ik vind dat een lastig proces. Het verleden heeft z’n gezicht gekregen en geeft je een bepaald gevoel. De verwachting voor de toekomst is anders, is minder ver gericht. Vooral de bezorgdheid om het welbevinden van jezelf en je dierbaren neemt toe. Dat alles heeft vast te maken met het feit dat je leven er bijna op zit. Dit overwegend heb ik een soort strategie bedacht om te proberen van elke dag een pluk de dag te maken. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat het lang niet altijd lukt!
nvermoeibare spil in ons gezin. Haar positieve levenshouding is tot op de dag van vandaag voelbaar bij mijzelf en bij veel familieleden. Op haar verzoek vieren we vanaf haar overlijden in 1993 elk jaar op de laatste zondag van november Sinterklaas met de hele familie Beke. Afgelopen weekend zijn we weer bij elkaar: wel vijftig volwassenen, kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. Het is ieder jaar weer een bijzonder en warm familiemoment, waar je nog lang van na geniet.
Iets verderaf, maar absoluut de moeite waard zijn de sociale contacten in de wijk. Sinds ongeveer drie jaar ontdekken mijn lief en ik onze directe leefomgeving. Het is hartverwarmend om mede-wijkbewoners te ontmoeten in de Huiskamer, die we afgelopen jaar opgestart zijn. Wekelijks prikken we met een groepje het straatvuil op en kijken na afloop trots naar onze schone straten. Binnenkort hebben we onze jaarlijkse Buurtkerstborrel.
Nu maar hopen dat ons huis snel verkocht wordt, zodat we een nabij gelegen appartement kunnen kopen: