‘Familie- en andere sociale netwerken, geplaatst in het perspectief van de levensloop, worden wel konvooien genoemd. Voor ieder mens is het van belang te blijven investeren in de kwaliteit van zijn konvooien, zeker ook bij het ouder worden.’ Dit schrijf ik mijn blog van 8 juli 2014.

Kijkend naar mijn vriendenkonvooi merk ik dat vriendschap niet afhangt van hoe vaak je elkaar ziet, spreekt of schrijft. Ik heb vrienden van vroeger en vrienden vanaf 1983 als mijn lief en ik na enige omzwervingen in Rotterdam neerstrijken. Een van mijn eerste vrienden uit Rotterdam is jaren geleden verhuisd naar Brabant. We zien elkaar enkele keren per jaar en steeds voelt het contact vertrouwd. Datzelfde gevoel hebben mijn lief en ik bij een bevriend echtpaar uit onze tijd in Kenya. We hebben hen na 1983 twee of drie keer ontmoet, als ze in Nederland op bezoek komen. Ons verdere contact gaat via de email. Ik merk ook dat het vriendschappen zijn die mijn lief en ik samen delen, ieder op onze eigen manier.
De directe aanleiding om hierover na te denken is het onverwachte bezoek van Eric vorige week. Hij is een van de jonge onderwijzers op de school in Wageningen waar ik tussen 1975 en 1981 werk. Er ontstaat vriendschap. Dan besluit hij zijn baan op te geven en een jaar te gaan fietsen…. in z’n eentje… naar Griekenland. Als ik ruim een jaar later dringend op zoek ben naar een tijdelijke vervanging van een leerkracht, weet ik dat Eric weer terug is. Ik bel hem op. Hij zegt meteen ja, maar heeft geen woonplek. Haast vanzelfsprekend vinden mijn lief en ik dat hij wel een paar maanden bij ons in huis in Renkum kan wonen. Dat gaat uitzonderlijk relaxed. Samen fietsen we dagelijks door het prachtige bos naar onze school in Wageningen. Dan is de vervanging afgelopen, Eric verdwijnt weer uit ons zicht, maar niet uit ons hart.

In de 40 jaar daarna ontmoeten we Eric vier of vijf keer. Hij is getrouwd en woont in Zwitserland. Die enkele keer als we elkaar zien en spreken, is meteen het gevoel van vriendschap weer terug. Vorige week is Eric de eerste gast die in ons nieuwe appartement op bezoek komt en blijft slapen. Hij is vanuit Bazel naar Nederland gefietst, heeft daar een auto gehuurd en bezoekt verschillende familieleden en vrienden. Vorig jaar heeft hij twee zware operaties gehad en is daar goed uitgekomen. Hij test met deze fietstocht zijn fysieke gesteldheid en tegelijk haalt hij de persoonlijke banden aan met familie en vrienden, die hij niet zo vaak ziet. Met andere (wetenschappelijke) woorden: hij investeert bewust in zijn konvooi.
Onze levens zijn vanuit vriendschap met elkaar verbonden en dat geeft ons bij elke ontmoeting telkens weer een geluksgevoel. Dezelfde ervaring hebben mijn lief en ik met enkele Arnhemse vrienden uit onze jeugd. Hoewel ik op mijn achttiende heel veel vrienden dacht te hebben, zijn uiteindelijk vooral de twee Ben-nen en hun partners deel gaan uitmaken van ons konvooi.

Het contact met vrienden nu in onze directe leefomgeving is vele malen frequenter. Soms zelfs heel intensief, zoals vorig jaar als we met een vriend in Jordanië op vakantie zijn.
Mij valt op dat de coronacrisis een extra impuls aan vriendschap geeft. We hebben de afgelopen weken bij verschillende vrienden thee gedronken, geborreld en/of gegeten. De intensiteit van dit samenzijn in kleine groepen blijkt erg groot. Het is makkelijker om naar elkaar te luisteren en elkaar te begrijpen, te troosten, te sterken en te helpen het leven te vieren, waar dat kan.
Ik heb al mijn hele leven ontzettend behoefte aan warme sociale contacten. Ik denk dat ieder mens die behoefte heeft. Vriendschappen geven extra zuurstof. Daar heeft iedereen op zijn tijd iets van nodig. In de derde levensfase zal je konvooi onontkoombaar kleiner worden. De behoefte aan extra zuurstof zal daarentegen toenemen. Ik blijf daarom mijn stinkende best doen om vriendschappen, oud en nieuw, te koesteren.
Vriendschap is zo belangrijk dat deel ik met je.