Het is een heerlijk gevoel eenmaal met pensioen te zijn. Je hoeft namelijk niet meer in het keurslijf te lopen van een organisatie, bezig te zijn met notulen en verslagen en er voor te zorgen dat iedereen werkt volgens het protocollenregister. Je loopt niet meer in het werkritme dat soms wel 80% van je tijd bepaald. Je bent vrijer in je doen en laten. Ik voel me dan ook een vrijbuiter. Ik kan vooral kiezen voor activiteiten die ik de moeite waard vind.

Al weer wat pensioenjaren wijzer geworden, besef ik dat in mijn werkzame leven het keurslijf van beleid, taken en verantwoordelijkheden vaak een bron van negatieve energie is geweest. Dat is natuurlijk jammer. Ik heb overigens altijd met veel plezier en motivatie gewerkt. Deze ervaring neem ik mee, nu ik met pensioen ben. Ik ben een doener en sociaal gericht en daarom is het voor mij vanzelfsprekend dat ik allerlei buurtgerelateerde activiteiten organiseer. Mijn adagium is daarbij wel dat ik niet meer in een organisatiestructuur wens te werken. Eerlijk gezegd kost het moeite om daar buiten te blijven, want we zijn in Nederland nu eenmaal gewend alles in een organisatiestructuur te stoppen.

img_20190516_141643_resized_20190516_021728761.jpgIn mijn buurt worden de bewonersactiviteiten voornamelijk georganiseerd vanuit Buurt Bestuurt. Het is een redelijk vrijblijvende organisatiestructuur (geen stichting of vereniging) binnen de Gebiedscommissie Kralingen Crooswijk. Buurt Bestuurt wordt gevormd door actieve wijkbewoners en enkele gemeentelijke professionals zoals de wijkmanager, de wijknetwerker, de wijkregisseur en de wijkagent. Hoe vrijblijvend ook, toch wil ik daar liever niet in zitten. Omdat ik enkele bewonersinitiatieven heb opgestart, wordt dat van mij echter wel verwacht. De agenda voor de bijeenkomsten hebben voor mij een te breed scala aan onderwerpen en invalshoeken. Ik wil daarnaast ook niet meegetrokken worden in de problemen en belemmeringen die er vaak zijn vanuit de gemeentelijke organisaties. Ik wil gewoon met een aantal bewonersgroepjes iets doen in de wijk, daar verantwoordelijkheid in nemen en al mijn energie in stoppen. Maar ja, hoe doe het dan anders?

Als je wat filosofeert over het leven, of beter gezegd over je eigen leven, dan kom je al gauw tot de conclusie dat de kern van je bestaan is, dat bij datgene wat je doet er altijd sprake is van eigenaarschap, het nemen van eigen verantwoordelijkheid binnen je kunnen en verantwoording afleggen aan je medemens. Ik constateer dat de meeste samenwerkingsvormen in alle lagen van onze samenleving zodanig zijn opgetuigd dat het eigenaarschap en het eigen initiatief van betrokkenen nauwelijks nog spontaan kan opbloeien. De regeldruk en de daaraan gekoppelde bureaucratie  is volledig doorgeschoten. Verantwoording afleggen is abstract geworden en speelt zich vooral af ergens in de top van de organisatie. We overleggen niet meer met elkaar, we vergaderen om te vergaderen met vaste agendapunten en eindeloos gezwets.

In de jaren zestig en zeventig heb we van alles op zijn kop gezet in onze samenleving. De vaste structuren in de opvoeding, de godsdienst, de scholen, de universiteiten en in allerlei organisaties, gingen op de schop. Er is veel mis gegaan, maar ook heel veel goed. Uiteindelijk hebben we een naoorlogse periode van grote, toenemende welvaart gekregen. Maar onze samenleving is qua overleg- en samenwerkingsvormen inmiddels weer vastgeroest. Er is behoefte aan vrijbuiters, die in de overlegstructuren de menselijke factor centraal stellen en daar kunnen babyboomers met hun ervaring een bijdrage aan leveren. 

IMG-20190515-WA0000Er zullen vast babyboomers zijn die net als ik het eigenaarschap willen voelen bij zaken die hun directe leefomgeving betreffen. Ik daag hen uit te helpen zoeken naar op coöperatieve grondslag gerichte samenwerkingsvormen tussen wijkbewoners en ondersteunende professionals: kleinschalig, doelgericht en mensgericht. Als de kernelementen eigenaarschap, eigen verantwoordelijkheid en verantwoording aan elkaar gekoesterd worden, is succes gegarandeerd.