Afgelopen weekend ben ik op een neven- en nichtenreünie van mijn liefs’ kant. Natuurlijk wordt er uitgebreid gesproken over het verleden. Al op zeer jonge leeftijd wordt mijn schoonvader wees. Het is de periode rond 1920 van de vorige eeuw. Hijzelf, zijn broers en zussen worden op verschillende plaatsen bij familieleden en kennissen grootgebracht en niet altijd in een warm nest. Als een legpuzzel worden deze middag stukjes verleden besproken, weersproken en waar mogelijk aan elkaar gelegd. Het valt mij weer eens op hoe belangrijk het sociale element in ieders bestaan is en blijft. Zeker het familieverband, dat vaak nog intensief beleefd wordt in de levensfase van de ouderdom. De mens is niet enkel een individueel medisch-biologisch wezen. De mens functioneert in samenhang en wisselwerking tussen het lichamelijke, het geestelijke en het sociale. De mens ontwikkelt zich zijn hele leven binnen sociale verbanden.
In een van de gesprekken die ik heb met een neef die pas met pensioen is, praten we erover dat er steeds meer gaten vallen in veel van de oorspronkelijke sociale netwerken. Als je stopt met werken, raak je al snel collega’s en andere werkgerelateerde contacten kwijt. En ook steeds frequenter overlijdt er iemand in je directe omgeving. De wat grotere familie- en vriendenbijeenkomsten vinden meer en meer plaats als er een uitvaart is. Hoe verder je komt in de levensfase van pensionering, hoe meer dat – oh zo wezenlijke – sociale netwerk uitdunt.
Persoonlijk vind ik het moeilijk te accepteren, temeer omdat er niet zo gemakkelijk nieuwe sociale contacten voor terugkomen. Na vier jaar geleden gestopt te zijn met betaald werken is dat netwerk zo goed als buiten beeld. De afgelopen maanden ben ik gestopt met enkele bestuursfuncties. Weer bouw ik iets af, dat nooit meer terugkomt. Eerlijk gezegd voelt dat als verlies. Hetzelfde verliesgevoel krijg ik ook als er fysieke ongemakken opspelen. Ik heb last van mijn ogen, vooral bij het autorijden. Meteen is er het angstbeeld dat het autorijden niet meer kan. Op sombere momenten vrees ik een oude man te worden, die steeds minder sociale contacten heeft en vecht tegen fysieke en sociale verlieservaringen.
Iets later die middag raak ik in gesprek met de oudste neef. Hij is 88 jaar en nog opvallend vitaal op alle fronten. We hebben eten gehaald van het buffet. Het valt mij op dat zijn bord twee keer zo vol is als het mijne. Al etende vertelt hij, dat hij drie maanden geleden gestopt is met tennissen! Jazeker, met drie vrienden van ongeveer dezelfde leeftijd tenniste hij iedere dinsdagmorgen. Hij is gestopt mede omdat hij zijn vrouw, die al enige tijd geestelijk achteruitgaat, niet meer alleen kan laten. Het hele groepje is gestopt, want ze kunnen (of willen?) niet een nieuwe tennismaat vinden. Als hij dit vertelt klinkt er in zijn stem berusting door. In deze fase van zijn leven is het mantelzorgen voor zijn allerliefste vrouw vele malen belangrijker. Het is nu de meest zinvolle en bevredigende taak, die hij zich maar bedenken kan. Op mijn vraag wie er nu bij zijn vrouw is, zei hij: “Mijn kleindochter van 28. Toen zij hoorde van deze reünie heeft ze spontaan aangeboden haar oma gezelschap te houden.’
Na ruim een half uur beëindigt hij het gesprek met de woorden: ‘Ik ben wel veel aan het kletsen, hè? Dat zit in de familie!’ Tot mijn verbazing zie ik dat hij zijn bord helemaal tot de laatste kruimel heeft leeggegeten. Ik voel me op dat moment even een snotneus van 71 jaar, maar wel een die veel inspiratie en energie heeft opgedaan. Ik heb nog veel te leren. Het is een mooi voorbeeld hoe iemand op hoge leeftijd functioneert in samenhang en wisselwerking tussen het lichamelijke, het geestelijke en het sociale.
Mooi weergegeven. Leuk dat je mooie momenten had tijdens de reunie. Het is de eerste reactie op de reunie die ik krijg. Idee om je blog naar alle neven en nichten te sturen?