Tweeëndertig jaar heb ik vrijwilligerswerk mogen doen in de Pauluskerk, vooral in mijn rol als bestuurder. Een mooi moment in die jaren is het in ontvangst mogen nemen van de Rotterdamse Laurenspenning in 2013 namens de ruim 250 vrijwilligers. De Pauluskerk heeft er altijd naar gestreefd een vrijwilligersorganisatie te zijn met een kleine professionele staf. Alleen tijdens de jaren negentig vorige eeuw, als er grote groepen zwaar verslaafden opgevangen worden, zijn er extra betaalde medewerkers. Het is de periode na de sluiting van Perron 0. We krijgen dan gemeentelijke subsidie om met extra professionele medewerkers de opvang van deze groep zeer zware heroïnegebruikers in goede banen te leiden.
De opvang van verslaafden begint in de jaren tachtig als er in Rotterdam een harde kern is, die zich niet wil laten opnemen in afkickprogramma’s, waar vaak allerlei voorwaarden vooraf gesteld worden. Zij zwerven bedelend op straat vooral in het centrum op zoek naar van alles en nog wat, als het maar resulteert in de mogelijkheid om drugs te scoren. De Pauluskerk trekt zich het lot aan van deze groep vastgelopen drugsgebruikers en ontvangt hen dagelijks in het Open Huis en in het Eethuis. Voor het eerst krijgen deze mensen een eigen plek, waar ze niet opgejaagd worden. Het motto van dominee Hans Visser in die tijd luidt: ‘Wel drang, geen dwang’. De eenvoudige medische dienst, de maatschappelijke opvang, de kosterij, iedereen draait overuren. Veel vrijwilligers raken overbelast en soms behoorlijk gefrustreerd. Er worden schone naalden verstrekt; er worden pogingen ondernomen om met huisdealers te werken, zodat er goede controle is op kwaliteit en prijs. De groep die dagelijks in ons Open Huis komt wordt echter te groot, het zijn er honderden. De kerk kan het niet aan. Dan, tussen 1987 en 1994 wordt er pal naast het centraal station van Rotterdam een vrijplaats voor drugsgebruikers opgericht, Perron 0. De Pauluskerk is landelijk nieuws, zelfs ver over de grenzen. Maar Perron 0 is onhoudbaar en wordt uiteindelijk gesloten. De groep zwaarverslaafden komt wederom in de kerk en feitelijk zijn we weer terug bij af.
Onze rol als bestuurders in die periode is moeilijk. We weten dat we af en toe balanceren op de grens van wat legaal en illegaal is. De dynamiek van dit gebeuren vindt hoofdzakelijk plaats onder leiding van Hans Visser. We proberen zo goed en zo kwaad als het kan de dominee te ondersteunen en tegelijk te behoeden voor onverantwoorde acties. Regelmatig horen we pas via de media als er weer iets bijzonders gebeurd is. Gelukkig heeft de Pauluskerk een fantastisch netwerk van medestanders, ook bij de lokale en landelijke overheden. Ambtenaren en bestuurders die met een groot en warm hart willen helpen. Niet ongenoemd mag blijven de relatie met de burgemeesters in al die jaren: eerst Bram Peper, toen Ivo Opstelten en nu Ahmed Aboutaleb.
Voor ons als bestuur wordt het steeds duidelijker dat het kerkgebouw totaal niet (meer) geschikt is voor ons werk. De ruimtes puilen uit van de bezoekers, zowel overdag als ’s nachts. De exploitatiecijfers in die jaren worden steeds slechter. Met kunst en vliegwerk lukt het ons toch het hoofd boven water te houden. Het diaconale project Pauluskerk dreigt uit de hand te lopen. We krijgen een extra waarschuwing als er in de nieuwjaarsnacht van het jaar 2000 een vreselijke brand plaatsvindt in Volendam.
We besluiten toe te werken naar de bouw van een nieuwe kerk. We zijn overtuigd van het nut en de noodzaak van ons diaconale werk om al die gemarginaliseerde Rotterdamse medeburgers op te vangen. Dat moet doorgaan! Samen met de eigenaar van de kerk, de Centrale Diaconie, hebben we een zeer goed uitgedachte gronddeal met de ontwikkelaar van het gehele Calypso project kunnen sluiten. Jaren later, in 2013, wordt uiteindelijk een prachtige nieuwe kerk opgeleverd, die optimaal ingericht is voor de opvang van vele gemarginaliseerde Rotterdammers.