‘De helft van de jongeren tussen de 15 en 25 jaar met een baantje, ziet het niet zitten om tot op hoge leeftijd te blijven werken. Ze verwachten rond hun 55ste jaar lichamelijk en/of geestelijk niet meer fit genoeg te zijn voor het werk wat ze op dit moment doen.’ Aldus een artikel in Trouw naar aanleiding van een enqûete van TNO en CBS.

Ik vind dit een schokkende gedachte van die jongeren. Het wordt hoog tijd om totaal anders te kijken naar onze levensloop, inclusief de daarin opgenomen (werk)loopbaan. Het huidige pensioenbegrip en – stelsel daarin dient op de helling gezet te worden. We zien een gestaag toenemende levensverwachting, inclusief kwaliteit van leven. Daarbij komt dat arbeid in rap tempo aan het veranderen is. Hadden we eerst de eeuw van de industrialisatie, nu zijn we beland in de eeuw van robottisering, kunstmatige intelligentie en toenemende technologische ontwikkelingen. Dit alles zal de inzet van mensen op het levensgebied arbeid wezenlijk veranderen. Ik kan – bij wijze van spreken – in de nabije toekomst als 80-jarige stratenmaker met behulp van allerlei technologie met het grootste gemak een heel dorpsplein bestraten. We zullen moeten toewerken naar een levensloop/loopbaan traject-op-maat. Om dat mogelijk te maken moeten we nieuwe maatschappelijke randvoorwaarden met elkaar formuleren. Ik denk dan onder andere aan een vorm van basisinkomen voor iedereen en aan een langdurige periode gedurende de tweede levenshelft waarin flexibele inzet in arbeid mogelijk is.

Vanuit mijn vakgebied gerontologie laat onderzoek zien dat door de individualisering de onderlinge verschilllen tussen mensen groot zijn en nog eens enorm toenemen tijdens het leven. Dat heeft tot effect dat ook de bandbreedte qua ontwikkeling binnen groepen als 50-gers, 60-gers, 70-gers extreem groot wordt. Mijn biologische leeftijd en de daaraan gekoppelde persoonlijke neuro-fysieke ontwikkeling is slechts een van de vele bepalende factoren hoe ik in het leven sta of kan staan. Zeker zo bepalend zijn sociaal, cultureel en economische factoren. Het is om die redenen volkomen achterhaald om een pensioengerechtigde biologische leeftijd vast te stellen. Mijn leven bestaat daaruit dat ik in alle levensfasen in mijzelf én in mijn omgeving zoek naar een goede balans op alle levensgebieden: lichaam/geest, sociale relaties, materiële zaken, arbeid/hobby, inspiratie/zingeving. Natuurlijk liggen er gedurende langere periodes bepaalde accenten op één of meerdere levensgebieden. Vooral de eerste jaren en wellicht ook de laatste levensjaren zal ik vanwege hoge kwetsbaarheid extra aandacht en ondersteuning nodig hebben. Alles daartussen is flexibel en vraagt telkens nieuwe afstemming met jezelf en de maatschappelijke omgeving. Voor mij geldt dat de ideale balans wordt bepaald door het simpele feit dat ik mij op dat moment tevreden voel, dat ik van waarde ben en het naar zin heb.

IMG-20170509-WA0000Als ik dan kijk naar mijn huidige derde levensfase probeer ik als zeventigjarige volwaardig én gelijkwaardig met andere generaties op te trekken. Ik zet mijn werkervaringskennis nog steeds graag in, niet zozeer vrijwillig, maar liefst gewoon betaald. Mijn ervaringskennis als mens, sociaal wezen, blijf ik zo lang als mogelijk beschikbaar stellen. Dit vaak wel op vrijwillige basis, net als in mijn eerdere levensfasen. Naarmate mijn leeftijd hoger wordt, zoek ik bewuster naar zinvolle vrijetijds dagbesteding-op-maat. En dan ineens als geschenk uit de hemel, kondigt zich sinds enkele weken een geheel nieuwe rol voor mij aan. Ik word opa! Na het vader-zijn is opa-zijn een nieuwe en fantastische opdracht in mijn leven, welke diep in mij een geweldig gevoel van warmte en liefde oproept. Ik zal een trotse opa zijn en het mooiste kleinkind op de wereld verwelkomen. Ik verheug me er op om mijn kleinkind stap voor stap wegwijs te maken in deze wereld. En ja hoor, daar hoort ook luiers-op-maat verschonen gewoon bij.