Hoe staat het met onze duurzame inzetbaarheid als we straks misschien wel 130 jaar oud kunnen worden? Succesvolle laboratorium proeven laten al positieve verjongingseffecten zien bij muizen. Stel, dat dit ook gaat werken bij mensen, dan zijn we straks maar liefst 65 jaar fulltime pensionado! Nu al is voor mij de vraag, hoe ik mijn derde levensfase zinvol en inspirerend kan houden. Wat houdt dat in, als er een volledig nieuwe levensfase bijkomt? Waar zou ik mij dan mee bezighouden?
In mijn vorige blog ben ik uitgebreid ingegaan op Duurzame Inzetbaarheid. Ik stoor mij enorm aan het feit dat oudere werknemers, eenmaal werkeloos, moeilijk tot niet aan de bak komen. En na gedane arbeid en daarna in de verdere derde levensfase wordt helemaal niet meer verwacht dat mensen nog werken. Het maatschappelijke beeld is dat mensen al snel ‘over de top zijn’. Dit beeld wordt nog extra versterkt door de snelle technologische ontwikkelingen, die je als ‘oudere’ niet bij kan houden. Voor je het weet, sta je buiten de maatschappelijke werkpoort. Alle vezels in mijn lijf verzetten zich tegen deze beeldvorming inclusief het biologische hokjesdenken en daarom kom ik daar in dit blog nogmaals op terug.
Filosofisch gezien bestaat voor mij het hele leven uit werken. Als mens moet ik in alle levensfasen hard werken om zo zinvol en inspirerend mogelijk iets van mijn dagelijkse leven te maken. Werken is voor mij actief gericht leven en genieten van schoonheid, recht, waarde en liefde en daar eigen keuzes in maken. Werken vraagt om een breed scala aan competenties. Uit wetenschappelijke gerontologische studies weet ik dat de ontwikkeling en groei van de individuele mens niet stopt ergens in mijn leven, en zeker niet in de tweede levenshelft. Langzamerhand bouw ik namelijk als mens steeds meer stille kennis of ervaringskennis op en verwerf ik daaraan gekoppelde competenties. Juist dit type ervaringscompetenties helpt mij als mens om gelukkig en zinvol te leven en oud te worden. De wereld verandert in een zeer hoog tempo en dus ook onze levensloop. Of je nu jong bent of oud, je moet iets van de wereld om je heen kunnen volgen, begrijpen, anders word je doodongelukkig. Er komt dagelijks zoveel expliciete kennis beschikbaar, dat er op alle niveaus van leven en werken sprake is van een kenniskloof, want niemand overziet het meer. Voor het enigszins dichten van die enorme kenniskloof zal de mens moeten leren een omslag te maken in denken en handelen. Hoe verhoudt mijn persoonlijke onbewuste ervaringskennis zich ten opzichte van al die nieuwe expliciete kennis? Laat nu de ouder wordende mens daar steeds beter in (kunnen) worden!
Dit mensbeeld van groei en ontwikkeling biedt in de brede maatschappelijke context een positief perspectief voor ouderen, zowel voor henzelf als voor hun rol en waardering in de samenleving. We zouden deze gerontologische mensvisie moeten omarmen. Vervolgens zouden we moeten gaan investeren in life long learning programma’s, gericht op de ervaringskennis. Zo kunnen mensen ergens midden in hun leven of nog later nieuw, jonge talent worden. Deze jonge talent ouderen zullen uitgerust zijn met ervaringscompetenties waarmee zij met geduld en wijsheid de huidige hectische en complexe samenleving kunnen beschouwen. Zij kunnen als volwaardig burger mee blijven doen in interactie met alle andere generaties. En als het om henzelf gaat, zijn zij oud en wijs genoeg om te bepalen óf en hoeveel zij werken, en wanneer zij stoppen met werken. De biologische leeftijd is dan niet meer leidend. Zelfs 130 jaar oud worden zou dan voor velen aantrekkelijk kunnen zijn.
Zoals te verwachten doe ik mee hoewel het een eind van huis is.
Kunnen we daar al lunchen? en de rommel weer inleveren.