Een echt mannending is auto’s. Ik moet daaraan denken omdat een wat oudere vrouw in een gesprek ineens zegt dat het haar droom is om ooit een Alfa Romeo te hebben. Als een man dat gezegd zou hebben, zou het me niet echt opgevallen zijn, nu wel. Het valt extra op, omdat het gesprek gaat over een kunstproject in het kader van het jaar van de daklozen en over dromen die mensen hebben…… Terugkijkend naar mijn behoeften op het materiële levensgebied, moet ik erkennen dat de auto inderdaad de typische heilige koe is, die ook nog een beetje mijn imago heeft moeten versterken. Ik ben een liefhebber van het merk Alfa Romeo en dat vindt zijn oorsprong in de jaren zeventig. Ik neem in die tijd voor 1850 gulden van een bevriende uitsmijter van de bekende Arnhemse kroeg De Beer een oude Alfa Romeo over. Niet zomaar een Alfa, maar een knalrode Alfa Romeo Guilietta Spider, kunststof carrosserie met linnen dak. Als je er in zit, lijkt het of je op het asfalt zit, zo ontzettend laag. Ik ben in die tijd op zaterdagavond discjockey in Wampie Huissen en dat gecombineerd met deze auto, kan haast niet stereotieper. Een ernstige mate van decorumverlies treedt al die keren op dat deze auto niet wil starten. Niet is erger dan een dergelijk blitse auto aan te moeten duwen. Dat hebben mijn lieve zus en broers aan den lijve ervaren en zeker mijn zus kan zich dat, tot haar grote frustratie nog heel goed herinneren. Mijn allereerste auto is overigens een tweedehandse Citroën Deux Chevaux, beter bekend als het ‘lelijke eendje’. Ik heb net mijn rijbewijs gehaald ( ja, ja in één keer!) na twintig autorijlessen bij de Arnhemse rijschoolhouder de heer Koek, die twee hele mooie dochters heeft. Ik verdien mijn eerste geld als onderwijzer en ik heb ongeveer 450 gulden bij elkaar gespaard. Voor dt geld koop ik zo’n beetje al mijn eerste auto’s. Deze zijn zo slecht dat ik telkens een ander moet aanschaffen omdat er dan weinig meer aan op te knappen is. Ik heb zelfs even twee auto’s tegelijk gehad – Daf 33 – voor het geval er een stuk is. De milieudiscussie speelt natuurlijk ook in de jaren zeventig en zelfs is het zo dat mijn lief en ik op enig moment besluiten de auto te verkopen en te gaan fietsen. Van de opbrengst kunnen we twee mooie nieuwe fietsen aanschaffen. Deze milieubewuste houding heeft echter niet lang geduurd, want de afstand woon-werk is te groot. Het is naderhand lichtelijk genant om te beseffen hoeveel tweedehands auto’s ik in een kleine tien jaar heb gereden. Als ik in 1981 ga werken als hoofd van de Nederlandse School in Nairobi, hebben mijn lief en ik een Renault 12. Deze laten we verschepen naar Kenya, omdat het in die tijd niet mogelijk is een auto in dat land zelf te kopen. Om daar veilig mee te rijden moeten we speciale platen onder de auto laten maken en er andere schokbrekers onder laten zetten. Als we de auto in de zeer primitieve garage, gerund door een Engelsman, ophalen blijkt zijn monteur bij deze klus een vingertopje verloren te hebben. Als wij daar van schrikken, zegt de man: ‘It’s all in the game!’ Vlak voor ons vertrek hebben we deze auto aan een Indiase Kenyaan verkocht. 
Daarna weer terug in Nederland verdwijnt al gauw de belangrijkste reden om goedkope tweedehands auto’s te rijden omdat ik vanuit het werk een lease auto mag aanschaffen. DSC03558Het hoort bij de emolumenten als directeur. Anno 2015 zou je kunnen zeggen, dat het een soort permanente bonus is, want voor mijn werk zelf heb ik de auto niet echt nodig. Daar denk ik dan niet aan en vanaf dat moment kies ik weer voor een Alfa Romeo. Ik heb er een aantal van gereden, de 155, de 156, de 164 (zie foto) en nu de Alfa Romeo Guilietta. Eerlijk gezegd denk ik dat de tijd van de luxe automanie wel voorbij is. Nu ik in deze fase van mijn leven ben, is de eerstvolgende auto vast weer een tweedehandsje en het merk zal er ook niet meer zo toe doen. Wie weet wordt het een hybride auto met de uitstraling van een koekblik, met hoge instap, lekker gemakkelijk voor bejaarden…. 

of hou ik mijzelf nu voor de gek?