Het is prachtig zomerweer de laatste weken. Bijna dagelijks eten we buiten in onze tuin. De zomerterrassen in het prachtige Rotterdam puilen uit. Iedereen is in de vakantiesfeer, niet alleen de werkenden, zoals mijn lief, maar ook ikzelf, de fulltime pensionado. Eigenlijk zou ik nu een zonnig en onbekommerd blog moeten schrijven, bijvoorbeeld over onze a.s. zijderoutevakantie in Centraal Azië. Echter mijn hoofd zit vol emotie en beelden van een andere, bijzondere gebeurtenis in Azië.
Op mijn netvlies staan de foto’s van de Thaise voetballertjes en hun leider die na weken zoeken levend gevonden worden ergens diep in een grot. De wereld leeft weken lang intens mee met twaalf voetballertjes, hun begeleider en de fantastische hulpverleners. Met man en macht staan mensen klaar om te helpen. Spectaculair is de reddingsactie die uiteindelijk op gang komt, waarbij helaas een van de hulpverleners omkomt. Op 10 juli zijn zij allemaal bevrijd uit hun zeer benarde positie. Het is ongelooflijk goed en positief nieuws. De wereld juicht! Elk leven telt, is kostbaar en onbetaalbaar…. en dat biedt mij hoop….
Hoe tegengesteld is deze wereldgebeurtenis (dertien mensenlevens gered) ten opzichte van al die mensenlevens die dagelijks zomaar, in een split second, opgeofferd worden. Soms zelfs gelegitimeerd door staatshoofden en hun regeringen. We noemen dat oorlogsgeweld of terroristische aanslag of vluchtelingencrisis. Alleen al in Syrië zijn er inmiddels meer dan een half miljoen burgers gedood in een burgeroorlog onder leiding van hun eigen president. In Europa zijn dit jaar al bijna drieduizend vluchtelingen voor onze ogen verdronken in de Middellandse Zee. Jonge mannen, vrouwen, kinderen, baby’s, die op zoek zijn naar een minimaal bestaan. Daar heeft toch iedereen recht op? Elk leven zou toch moeten tellen, kostbaar en onbetaalbaar zijn…..en dat brengt mij in verwarring….
Het aloude adagium is dat goed en kwaad in elke mens zit. Als onschuldig wezentje kom je op de wereld. Meteen daarna word je opgevoed met wat wel en niet mag, wat lief en stout is, wat fout en goed is, eerst van jezelf en later van de ander. In mijn eerste kindjaren hebben voor wat betreft ‘de ander’ goed en kwaad sterk in het teken gestaan van de 2e W.O. . Ik word geboren in de verwoeste stad Arnhem. Mijn ouders hebben huis en haard moeten verlaten voor het bombardement in 1944. Mijn vader komt zwaar ziek uit de oorlog. Goed en kwaad is in die periode helder: de NSB-er, de Duitse soldaat zijn de kwaden en de verzetsmensen, de geallieerde soldaten zijn de goeden. Het is vlak na de oorlog zo duidelijk als wat. Het duurt tot ver na mijn vijftigste levensjaar dat er eindelijk anders gekeken wordt naar dat goede en kwade in de 2e W.O. oorlog…. er is dus nuance….
Ik heb me wel eens afgevraagd hoeveel vertrouwen je kunt hebben in jezelf en in je relatie tot de ander, je medemens? Ik ben een gelukkig mens, misschien wel omdat vanaf het begin in mijn leven het vertrouwen stevig geborgd is in mijzelf door de onvoorwaardelijke liefde van mijn ouders. Het vertrouwen naar de ander is mede daarom door kunnen groeien. Letterlijk aan den lijve heb ik nauwelijks het echte kwade ervaren. Ik voel me dan ook een zondagskind en prijs me gelukkig op deze manier, op deze plek, met dit leven, te mogen leven.
Hoe schrijnend en tegelijk hoopvol het leven in een totaal andere situatie kan zijn, laat deze foto uit Trouw van 11 juli zien. Het onderschrift luidt: ‘De bruidegom is er klaar voor, de auto is versierd. Zijn feest is de eerste bruiloft in het verwoeste oude deel van Mosul sinds de herovering van deze Iraakse stad, vorig jaar, op IS.’
Als er vertrouwen is, is er hoop……
Ik wens de bloglezer een fijne zomervakantie!
Geert, hij is weer uit mojn hart gegrepen
Met broederlijke groet
Jan Baas