Tijdens een tweedaagse workshop ‘duurzame inzetbaarheid’ met een groep mannen, werkzaam in een verf/zinkfabriek, bedenken zij het statement: ‘Gezond, vitaal en gemotiveerd je pensioen halen in dit bedrijf’. Opvallend in de discussie hierover is het beeld dat er bij hen leeft als je met pensioen gaat. Zij weten dat het werk niet alleen zwaar en slopend is, maar ook dat het een behoorlijke aanslag is op hun fysieke gezondheid. Zij horen en zien namelijk bij hun gepensioneerde collega’s veel klachten over hun gezondheid. Als de groep dan een afsluitend lunchgesprek heeft met de CEO, dagen zij hun werkgever in een rechtstreekse communicatie uit op dit punt: ‘Duurzame inzetbaarheid betekent dat wij na onze loopbaan nog op een verantwoorde wijze gezond en vitaal kunnen zijn en daar bent u samen met ons verantwoordelijk voor.’ Ik kan zeggen, dat het lunchgesprek op dat moment veel indruk maakt op de CEO.

Donner1_1

.

Sinds enkele jaren staat duurzame inzetbaarheid van de werknemer op vele bedrijfsagenda’s. Een beetje raar, denk ik wel eens. Aan de ene kant verstoren we op grote schaal en in hoog tempo het natuurlijke evenwicht met mensenhand en anderzijds proberen we met dezelfde mensenhand duurzaamheid te bewerkstelligen. Dat gebeurt wereldwijd bij het klimaat, maar in Europa ook bij inzetbaarheid van de mens in werk. HR afdelingen (Human Resources) van bedrijven wijden er dikke beleidsnotities aan, vaak met veel accent op gezondheidsmanagement en mooie kreten: ‘Fit for the job, fit for the future’. Elke medewerker dient (gelijke) kansen en mogelijkheden te krijgen zich in de loopbaan persoonlijk te ontwikkelen. Heel flauw en negatief gezegd komt het er op neer dat de werknemer geschikt gemaakt moet worden om langer door te kunnen werken. De groep mannen in de eerder genoemde workshop, bijna allemaal 45-plussers, laat zich niet (meer) met een kluitje in het riet sturen. Zij willen meepraten over duurzame inzetbaarheid onder voorwaarde dat ook de CEO opstaat en zegt verantwoordelijkheid te willen dragen, ook als het gaat om duurzaam leven ná het werken.

Duurzaam leven betekent voor mij, in deze fase van fulltime pensionado zijn, dat ik zo veel mogelijk ‘manager van mijn eigen bestaan’ kan zijn. Natuurlijk in voortdurende communicatie met mijn omgeving, dichtbij en verder af. De wereld om mij heen wil ik op de een of andere manier blijven begrijpen, anders lukt dat niet. Duurzame inzetbaarheid houdt voor mij in, dat ik met alles wat ik geleerd heb en nog leer, mijn innerlijke ambitie kan realiseren ten faveure van mijzelf en mijn omgeving. Wat die innerlijke ambitie precies is, kan ik niet zo concreet benoemen. Ik voel die ambitie op het moment dat die er is, zoals nu als ik dit blog aan het schrijven ben of straks als ik aan het spitten ben in ons volkstuintje….

Ik weet niet goed waarom ik bij het schrijven van dit blog telkens aan de dichtregel van Lucebert moet denken:  ‘Alles van waarde is weerloos’.